Van: "Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <info@remmerswaal.nl>
Aan: "Jan Scherpenisse - Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <scherpenisse@remmerswaal.nl>
Datum: 9-9-2021 14:38:31
Onderwerp: Remmerswaal nieuwsbrief 9 september 2021

Remmerswaal
donderdag, 9 september 2021
Geachte relatie,

Met deze mail ontvangt u een nieuwe uitgave van onze digitale nieuwsbrief, de editie van de maand september. 

Wij willen u hiermee informeren over mogelijk voor u van belang zijnde actualiteiten en ontwikkelingen. Mocht u meer informatie over een of meerdere onderwerpen willen ontvangen en / of een vraag over een specifiek artikel hebben, dan kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met uw Remmerswaal-adviseur. U kunt nog meer nieuwsitems vinden op onze site www.remmerswaal.nl. Daar treft u ook algemene informatie over onze organisatie aan.

Wij wensen u veel leesplezier.

Deze nieuwsbrief bevat de volgende items:


Opening aanvraagloket TVL derde kwartaal 2021
Einde generieke steun coronacrisis
Belastingheffing box 3 in 2017 en 2018 in strijd met discriminatieverbod
Schenking schilderij in termijnen
Rechtbank staat afwijking van BUA toe
Terugvragen buitenlandse btw
Ontslag op staande voet ten onrechte gegeven
Onbeperkte navorderingstermijn erfbelasting niet in strijd met EU-vrijheden
Subsidie verduurzaming mkb
Subsidiepot aanschaf elektrische auto 2021 is leeg
 
Opening aanvraagloket TVL derde kwartaal 2021 Corona update

Vanaf 31 augustus 2021 om 08:00 uur kunnen ondernemers de TVL over het derde kwartaal van 2021 aanvragen. Het aanvraagloket sluit op 26 oktober om 17:00 uur. Voor een tegemoetkoming op basis van de TVL dienen ondernemers door de coronacrisis ten minste een omzetverlies van 30% te lijden. Het omzetverlies wordt bepaald door de omzet van het derde kwartaal van 2021 te vergelijken met de omzet van het derde kwartaal van 2019 of 2020, naar keuze van de ondernemer. De berekende vaste lasten dienen minimaal € 1.500 per kwartaal te bedragen. De vaste lasten worden berekend aan de hand van een sectorafhankelijk percentage van de omzet van de onderneming. De minimale subsidie bedraagt € 1.500. Grote ondernemingen kunnen maximaal € 600.000 ontvangen voor het derde kwartaal. In het tweede kwartaal was dit € 1,2 miljoen. Voor mkb-bedrijven bedraagt het maximum € 550.000.

Voor de land- en tuinbouwsector geldt ook in het derde kwartaal een opslag op de TVL voor speciale kosten voor het in leven houden van dieren en gewassen. Deze opslag van 21% wordt bij het percentage vaste lasten geteld. De opslag kent een maximum van € 225.000 voor de gehele coronaperiode.

Maximum aan staatssteun

Een ondernemer mag in totaal niet meer dan € 1,8 miljoen aan staatssteun ontvangen. Als een onderneming bij de aanvraag voor de TVL over het derde kwartaal deze grens zou overschrijden, wordt de subsidie lager vastgesteld. Als met de TVL over het tweede kwartaal het maximum al is bereikt, wordt de aanvraag voor het derde kwartaal afgewezen.

 
Einde generieke steun coronacrisis Corona update

Per 1 oktober 2021 komt er een einde aan de generieke steunmaatregelen ter bestrijding van de coronacrisis. Het gaat om de regelingen NOW, TVL, Tozo en TONK en om een aantal fiscale maatregelen.

Garantieregelingen

Niet alle maatregelen worden gestaakt. Een aantal specifieke maatregelen blijft van kracht in het vierde kwartaal van 2021. Van de coronafinancieringsregelingen KKC, Qredits overbruggingskrediet, BMKB-C en GO-C kan ook in het vierde kwartaal gebruik worden gemaakt. Dat geldt ook voor het Garantiefonds Evenementen.

Een regeling voor de nachthoreca voor het vierde kwartaal is aangekondigd. Hoe deze eruit zal zien is nog niet bekend.

Uitstel van belastingbetaling

De bijzondere regeling voor uitstel van belastingbetaling voor ondernemers stopt op 1 oktober 2021. Vanaf die datum dienen ondernemers weer belasting te gaan betalen. De betaling van belastingen waarvoor uitstel is verleend onder de bijzondere regeling vangt aan op 1 oktober 2022. Aflossing moet in maximaal vijf jaar plaatsvinden. Dit geldt voor alle schulden van ondernemers die wegens de coronacrisis uitstel van betaling hebben gekregen, dus ook de schulden waar de ondernemer geen verlenging voor heeft aangevraagd. 

Overige belastingmaatregelen

De mogelijkheid om een vaste onbelaste reiskostenvergoeding te betalen ondanks een gewijzigd reispatroon loopt door tot 1 januari 2022. Dat geldt ook voor de regeling betaalpauze hypotheken. Ook de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen loopt door tot het einde van het jaar. Met Duitsland en België wordt overleg gevoerd om de bestaande afspraken over de belastingheffing van grenswerkers tot 1 januari 2022 voort te zetten.

Beëindiging Tozo

Door de beëindiging van de Tozo moeten ondernemers voor financiële ondersteuning vanaf 1 oktober een beroep doen op de reguliere bijstand voor zelfstandigen. Deze regeling is tijdelijk vereenvoudigd. Tot einde 2021 hoeven gemeenten geen vermogenstoets uit te voeren en kunnen ondernemers met terugwerkende kracht van maximaal twee maanden een uitkering aanvragen. Gemeenten stellen in deze periode het inkomen en de hoogte van de uitkering per kalendermaand in plaats van per boekjaar vast. Vanaf 1 januari 2022 geldt het Besluit bijstand zelfstandigen weer op reguliere wijze.

Terugkeer Werktijdverkorting

De regeling werktijdverkorting is door de invoering van de NOW buiten werking gesteld. Omdat de NOW per 1 oktober stopt, herleeft de werktijdverkorting per die datum. Deze regeling biedt ondersteuning aan werkgevers die worden getroffen door een kortdurende buitengewone omstandigheid, die niet tot het ondernemersrisico behoort.

 
Belastingheffing box 3 in 2017 en 2018 in strijd met discriminatieverbod Inkomstenbelasting

De rechtbank Noord-Nederland heeft twee zogenaamde proefprocedures in het kader van de aanwijzing massaal bezwaar box 3 voor de jaren 2017 en 2018 behandeld. Volgens de rechtbank is het box 3-stelsel in deze jaren in strijd met het discriminatieverbod van het EVRM.

Gezien de opzet van het box 3-stelsel, zoals dat vanaf 2017 geldt, realiseert de wetgever zich dat sparen en beleggen verschillende activiteiten zijn. Volgens de door de wetgever veronderstelde marktrendementen zijn de inkomsten uit beleggen in 2017 immers 3,3 maal en in 2018 14,9 maal hoger dan de inkomsten uit sparen. De wetgever weet ook dat een groep van circa 40% van de belastingplichtigen met een box 3-vermogen uitsluitend spaart. Gelet op die kennis is volgens de rechtbank de keuze om alle belastingplichtigen met een box 3-vermogen gelijk te behandelen voor wat betreft de veronderstelde samenstelling van hun vermogen van iedere redelijke grond ontbloot. De wetgever kiest er immers bewust voor om ook de groep, die uitsluitend spaart, te belasten alsof zij hun vermogen deels belegd hebben. De door de wetgever gehanteerde rechtvaardiging om niet aan te sluiten bij de werkelijke samenstelling van het vermogen kan naar het oordeel van de rechtbank de keuze om een groep van 40% van de belastingplichtigen te confronteren met een hogere belastingdruk niet rechtvaardigen.

De rechtbank heeft geen mogelijkheden om het ontstane rechtstekort te repareren. Dat zal de wetgever moeten doen. Dat geldt ook als de rechtbank tot het oordeel zou komen dat de box 3-heffing eveneens in strijd is met het in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM opgenomen recht op het ongestoord bezit. De rechtbank heeft de beroepen daarom, ondanks het oordeel dat de box 3-heffing in strijd is met artikel 14 EVRM, ongegrond verklaard.

 
Schenking schilderij in termijnen Inkomstenbelasting

De giftenaftrek in de inkomstenbelasting is onderdeel van de persoonsgebonden aftrek. In mindering op het inkomen in box 1 komen onder meer periodieke giften in de vorm van vaste en gelijkmatige uitkeringen aan algemeen nut beogende instellingen of verenigingen. Door de persoonsgebonden aftrek kan het inkomen niet verder dalen dan tot nihil. Voor zover de persoonsgebonden aftrek niet in aftrek kan worden gebracht op het inkomen in box 1, vermindert de aftrek het belastbaar inkomen in box 3, maar niet verder dan tot nihil.

De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit uit 2014 goedgekeurd dat periodieke giften in natura op dezelfde wijze worden behandeld als giften in geld. Volgens de staatssecretaris valt de schenking van één enkel voorwerp, waarbij het eigendomsrecht daarvan jaarlijks in gelijke gedeelten overgaat, onder de periodieke giften in natura. Een voorbeeld hiervan is een schilderij, waarvan elk jaar een evenredig gedeelte in eigendom aan een museum wordt overgedragen. Giften in natura worden voor de toepassing van de giftenaftrek gesteld op de waarde in het economische verkeer.

In een procedure voor Hof Arnhem-Leeuwarden was de waarde van een onder de regeling voor periodieke giften geschonken schilderij in geschil. De belanghebbende bepleitte een waarde ten tijde van de schenking aan het museum van € 9 miljoen. De inspecteur meende dat de waarde niet hoger was dan € 7,5 miljoen.

De belanghebbende onderbouwde zijn standpunt met een taxatieverslag, waarin het schilderij eind 2013 is getaxeerd naar een waarde in het economische verkeer van € 9 miljoen en op een taxatie van 14 mei 2014, waarin de waarde voor de verzekering eveneens is getaxeerd op € 9 miljoen. De inspecteur onderbouwde zijn standpunt met een taxatierapport uit 2020, waarin het schilderij per 14 april 2014 is getaxeerd op € 7,5 miljoen.

Het hof was van oordeel dat de belanghebbende erin is geslaagd aannemelijk te maken dat het schilderij ten tijde van de schenking aan het museum in april 2014 een waarde in het economische verkeer had van € 9 miljoen. Het hof hechtte waarde aan de in 2001 op een veiling gerealiseerde prijs van circa € 10 miljoen voor een vergelijkbaar schilderij. Zowel de door de belanghebbende ingeschakelde taxateurs als de door de inspecteur ingeschakelde taxateur vonden dit schilderij goed vergelijkbaar met het geschonken schilderij. Rekening houdend met indexering zou de waarde voor dit vergelijkingsobject ultimo 2013 € 14 miljoen bedragen, aldus een van de taxateurs. Daarmee rekening houdend vond het hof een waarde in het economische verkeer van het schilderij in april 2014 van € 9 miljoen aannemelijk.

 
Rechtbank staat afwijking van BUA toe Omzetbelasting

Ondernemers kunnen de omzetbelasting die in rekening wordt gebracht door andere ondernemers voor de levering van goederen en het verrichten van diensten in aftrek brengen. De aftrek is beperkt tot het gebruik van de afgenomen goederen en diensten voor met omzetbelasting belaste prestaties van de afnemer. Het Besluit Uitsluiting Aftrek Omzetbelasting (BUA) sluit de aftrek van voorbelasting uit in een aantal situaties. Zo is de aftrek uitgesloten van omzetbelasting die betrekking heeft op het aan het personeel van de ondernemer verlenen van huisvesting.

Onder bijzondere omstandigheden kan het zijn dat het BUA toch niet van toepassing is en de omzetbelasting wel voor aftrek in aanmerking komt. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2020 het toetsingskader daarvoor geschetst. Dat komt erop neer dat de uitsluiting van aftrek van omzetbelasting niet van toepassing is als de bijzondere omstandigheden de ondernemer dwingen om de betreffende goederen of diensten af te nemen. De uitgaven voor de goederen of diensten dienen primair te worden gedaan in het belang van de onderneming en niet ten behoeve van het persoonlijke voordeel van de werknemer.

Volgens de rechtbank deden zich in het geval van een uitzendbureau, dat zich gedwongen zag om buitenlandse arbeidskrachten aan te trekken, de vereiste bijzondere omstandigheden voor. Vanwege de grote afstand tussen de woonplaatsen van de buitenlandse arbeidskrachten en de plaatsen van tewerkstelling zouden de buitenlandse arbeidskrachten niet voor het uitzendbureau willen werken als het bureau niet voor onderdak zou zorgen. Het uitzendbureau nam de kosten van huisvesting voor zijn rekening. De rechtbank vond aannemelijk dat het huren van onderkomens voor de buitenlandse arbeidskrachten primair werd opgeroepen door de bijzondere behoeften van het uitzendbureau. De buitenlandse arbeidskrachten hadden geen invloed op de plaats of het gebouw waar zij werden gehuisvest en evenmin op de samenstelling van het gezelschap waarmee zij de verblijfsruimten moesten delen.

In deze situatie is het BUA niet van toepassing op de huur van onderkomens. De rechtbank heeft de opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting en de beschikking belastingrente vernietigd.

 
Terugvragen buitenlandse btw Omzetbelasting

Ondernemers, die in 2020 in een ander EU-land btw hebben betaald, kunnen deze btw terugvragen wanneer zij in dat land geen aangifte doen. Een verzoek om teruggaaf over 2020 moet vóór 1 oktober 2021 zijn ingediend. Dat kan via de website van de Belastingdienst: https://eubtw.belastingdienst.nl/netp/. Verzoeken die later binnenkomen worden mogelijk niet meer in behandeling genomen. Voor een verzoek om teruggaaf zijn inloggegevens nodig. Wanneer het een eerste verzoek om teruggaaf van btw uit een ander EU-land betreft, moeten inloggegevens worden aangevraagd. Volgens de Belastingdienst kan het tot vier weken duren voordat de inloggegevens worden verstuurd.

Voorwaarden verzoek teruggaaf

Om btw uit een ander EU-land terug te vragen moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan:

  • de onderneming is in Nederland gevestigd;
  • de btw heeft betrekking op goederen en diensten die voor met btw belaste bedrijfsactiviteiten worden gebruikt;
  • de onderneming doet in het EU-land, waar de btw wordt teruggevraagd, geen aangifte voor de btw. Doet de onderneming in het buitenland wel aangifte, dan kan de btw daar als voorbelasting in aftrek worden gebracht.

Verzoek om teruggaaf niet mogelijk

Een verzoek om teruggaaf van btw uit een ander EU-land is niet mogelijk als:
• geen sprake is van ondernemerschap voor de btw; of
• de onderneming uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht.

Behandeling verzoek

De Belastingdienst van het EU-land waar de btw wordt teruggevraagd reageert binnen vier maanden bij beschikking op het verzoek om teruggaaf. Een verzoek kan geheel of gedeeltelijk worden goedgekeurd of afgekeurd worden. Als het verzoek wordt goedgekeurd, volgt de betaling uiterlijk binnen tien werkdagen na afloop van de termijn van vier maanden.

Drempelbedragen

Voor een verzoek om teruggaaf van buitenlandse btw gelden drempelbedragen. Voor een verzoek over een heel kalenderjaar of het resterende deel van een kalenderjaar geldt een drempelbedrag van € 50. Voor een verzoek over minder dan een kalenderjaar maar over ten minste drie maanden geldt een drempelbedrag van € 400.

Bijlagen bij verzoek

Afhankelijk van het EU-land waar btw wordt teruggevraagd moeten mogelijk facturen of invoerdocumenten worden meegestuurd. Op de website van de Belastingdienst is te vinden welke vereisten gelden per EU-land. Omvat een verzoek om teruggaaf een creditfactuur, dan moeten er mintekens voor het factuurbedrag en het btw-bedrag worden geplaatst zonder spatie tussen het minteken en het bedrag. Een creditfactuur die betrekking heeft op een factuur die in een eerder verzoek om teruggaaf is meegenomen moet aan het eerstvolgende verzoek om teruggaaf worden toegevoegd.

 
Ontslag op staande voet ten onrechte gegeven Arbeidsrecht

Ontslag op staande voet, dat wil zeggen zonder de geldende opzegtermijn in acht te nemen, is een uiterste middel. Daarom stelt de wet daaraan strenge eisen. Voor ontslag op staande voet is een dringende reden vereist. Dringende redenen zijn zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat hij de arbeidsovereenkomst laat voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of er een dringende reden is, moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen. Het gaat dan onder meer om de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals leeftijd, de aard en duur van het dienstverband en de gevolgen van het ontslag op staande voet.

Een werkgever ontsloeg een werknemer op staande voet omdat hij structureel en frequent meer gewerkte uren zou hebben genoteerd dan hij had gewerkt. Volgens Hof Den Bosch kon dat niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld. De werkgever had een vergelijking gemaakt van de urenverantwoordingsstaten met de gegevens van de black box van de auto van de werknemer. Deze vergelijking was echter gebaseerd op gedeeltelijk onvolledige en van elkaar afwijkende gegevens.

Het ontslag op staande voet is ten onrechte gegeven. De werknemer heeft berust in de opzegging van de arbeidsovereenkomst, zodat deze is geëindigd. Op verzoek van de werknemer kende het hof hem een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst toe. Deze vergoeding is volgens de wet gelijk aan het bedrag van het loon over de geldende opzegtermijn. De werknemer had ook recht op de transitievergoeding, aangezien het einde van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer.

Daarnaast kende het hof een billijke vergoeding toe omdat de werkgever door het onterechte ontslag op staande voet ernstig verwijtbaar had gehandeld. Het hof stelde deze vergoeding vast op een bedrag van € 10.000. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding hield het hof rekening met de omstandigheid dat de werknemer binnen twee maanden na het ontslag ander werk had gevonden, zij het tegen een lager salaris. Verder betrok het hof de onterechte beschuldiging van fraude in de beoordeling.

 
Onbeperkte navorderingstermijn erfbelasting niet in strijd met EU-vrijheden Successiewet

In de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen is bepaald dat de termijn waarbinnen de Belastingdienst een navorderingsaanslag kan opleggen verstrijkt vijf jaar na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan. Voor inkomens- en vermogensbestanddelen die in het buitenland opkomen of worden aangehouden geldt een verlengde navorderingstermijn van twaalf jaar. In de Successiewet is een afwijkende bepaling opgenomen. Met ingang van 1 januari 2012 is de termijn voor het opleggen van een navorderingsaanslag voor de erfbelasting onbeperkt als de aangifte met betrekking tot een deel van de nalatenschap dat in het buitenland wordt gehouden of is opgekomen niet, onjuist of onvolledig is gedaan.

Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie EU volgt dat een dergelijke uitbreiding van de navorderingsbevoegdheid een beperking van het vrij verrichten van diensten en het vrije verkeer van kapitaal vormt. De bestrijding van belastingfraude en het waarborgen van de doeltreffendheid van fiscale controles vormt een dwingende reden van algemeen belang, die een beperking van het vrij verrichten van diensten en het vrije verkeer van kapitaal kan rechtvaardigen. Voorwaarde is dat het evenredigheidsbeginsel wordt geëerbiedigd. Dat wil zeggen dat de inbreukmakende maatregel geschikt is om het nagestreefde doel te verwezenlijken en niet verder gaat dan noodzakelijk is om dat doel te bereiken.

Volgens de Hoge Raad is de verlenging van de navorderingstermijn in buitenlandsituaties een geschikt middel om belastingfraude te bestrijden en de doeltreffendheid van fiscale controles te waarborgen. De onbeperkte navorderingstermijn voor de erfbelasting is geen verboden belemmering van het vrije verkeer zolang de Belastingdienst daarvan gebruik maakt op een wijze die niet verder gaat dan noodzakelijk is.

Volgens de Hoge Raad is de Belastingdienst binnen de marges gebleven door in 2016 een navorderingsaanslag op te leggen aan de enige erfgenaam van iemand die in 2001 is overleden. De erfgenaam en de erflater bezaten samen buitenlandse vermogensbestanddelen, die niet in de aangifte erfbelasting waren vermeld. In 2014 heeft de erfgenaam bij de Belastingdienst melding gemaakt van in het buitenland aangehouden vermogen. In de vaststellingsovereenkomst tussen de erfgenaam en de Belastingdienst was opgenomen dat partijen van mening waren dat de inspecteur met het opleggen van de navorderingsaanslag voortvarend heeft gehandeld.

 
Subsidie verduurzaming mkb Subsidies

Voor ondernemers in het mkb, die niet onder de energiebesparingsplicht vallen, komt er een subsidieregeling voor professionele energieadviezen. De subsidie is beschikbaar voor bedrijven met een verbruik van minder dan 50.000 kWh elektriciteit en 25.000 m3 aardgas per jaar. Voor deze groep bedrijven geldt niet de wettelijke verplichting om energiebesparingsmaatregelen te nemen. De subsidie voor een energieadvies bedraagt 80% van de kosten, met een maximum van € 2.500 per bedrijfspand. De strekking van het energieadvies is om per bedrijf te bepalen wat de beste manier is om energie te besparen en de CO2-uitstoot te beperken van het bedrijfspand en van de bedrijfsvoering. Ook kan subsidie worden aangevraagd voor ondersteuning bij het uitvoeren van de maatregelen. 

De regeling is opengesteld van 1 oktober 2021 tot en met 30 september 2022. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voert de regeling uit.

 
Subsidiepot aanschaf elektrische auto 2021 is leeg Subsidies

De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft in een brief aan de Tweede Kamer meegedeeld dat ook de subsidiepot voor de aanschaf van een tweedehands elektrische auto voor het jaar 2021 leeg is. Het budget voor 2021 bedroeg € 13,5 miljoen. Uitgaande van een subsidiebedrag van € 2.000 per auto betekent dit dat voor 6.750 auto’s de aanvragen zijn toegekend. De subsidiepot voor de aanschaf van een nieuwe elektrische auto voor 2021 was al eerder in het jaar leeg.

De subsidieregeling loopt door tot 1 juli 2025. Particulieren, die een (gebruikte) elektrische personenauto willen kopen of leasen, moeten wachten tot begin 2022 als zij in aanmerking willen komen voor de subsidie. Dan is het nieuwe subsidiebudget van € 18,3 miljoen beschikbaar. Dat budget geldt niet voor transacties die nog in 2021 gedaan worden.

 

Hopelijk heeft u de opgenomen artikelen als interessant en nuttig ervaren.


Wilt u op de hoogte blijven van actueel nieuws? Volg ons op LinkedIn, Instagram en/of Facebook via ons Remmerswaal-account en mis geen belangrijk nieuws. Ook interesse voor nieuws van onze loonadviseurs? Volg ons op LinkedIn dan via ons RemmerswaalLoon-account.

 



Met vriendelijke groet,

Remmerswaal Accountants & Adviseurs

U ontvangt deze e-mail van Remmerswaal Accountants & Adviseurs
Wilt u liever geen e-mail meer ontvangen op dit e-mailadres, klik dan hier om u af te melden.
www.remmerswaal.nl info@remmerswaal.nl