Van: "Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <info@remmerswaal.nl>
Aan: "Jan Scherpenisse - Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <scherpenisse@remmerswaal.nl>
Datum: 07-05-15 18:47:09
Onderwerp: Nieuwsbrief Remmerswaal Accountants & Adviseurs - 2015-05-07

Remmerswaal
donderdag, 7 mei 2015
Geachte relatie,

Met deze mail ontvangt u een nieuwe uitgave van onze digitale nieuwsbrief, de editie van de maand mei.

Wij willen u hiermee informeren over mogelijk voor u van belang zijnde actualiteiten en ontwikkelingen. Mocht u meer informatie over een of meerdere onderwerpen willen ontvangen en/of een vraag over een specifiek artikel hebben, dan kunt u nartuurlijk altijd contact opnemen met uw Remmerswaal-adviseur. U kunt nog meer nieuwsitems vinden op onze site www.remmerswaal.nl. Daar treft u ook algemene informatie over onze organisatie aan.

Wij wensen u veel leesplezier.

Deze nieuwsbrief bevat de volgende items:


Nieuwe leningfondsen voor mkb
Onbelaste vergoeding ook voor de meerijder
Staatssecretaris presenteert alternatief voor beschikking geen loonheffingen
Volgens AG is iPad een computer
Uit schenking betaalde rente aftrekbaar
Stapeling van forfaits bij verhuurde woning in box 3
Lenen aan de BV: leg vast
Vergoeding lid stembureau is geen vrijwilligersvergoeding
Lage btw-tarief ook voor tuinaanleg- en onderhoud
Eerste Kamer neemt wetsvoorstel invoering compartimenteringsreserve aan
Werknemer krijgt meer recht op flexibel werken
Minimumloon per 1 juli 2015 iets omhoog
Zzp-pensioen beter beschermd
Sneller beloond voor in dienst nemen jongere
Onjuiste brief over kinderopvangtoeslag
 
Nieuwe leningfondsen voor mkbAlgemeen

 

In een brief aan de Tweede Kamer deelt de minister van Economische Zaken mee dat er twee leningfondsen worden opgericht voor het mkb. Het gaat om een Achtergestelde Leningenfonds (ALF) van € 300 miljoen. Het fonds zal achtergestelde leningen in de orde van grootte van € 150.000 tot € 5 miljoen verstrekken. De verwachting is dat de banken dan bereid zijn gemiddeld het dubbele aan niet achtergestelde financiering ter beschikking te stellen. Het ministerie van EZ stelt voor het ALF garanties beschikbaar via de Groeifaciliteit. Voor deze garantie is in het Aanvullende Actieplan mkb-financiering budget gereserveerd.

Naast het ALF komt er een Bedrijfsleningenfonds (BLF) van € 500 miljoen. Dit fonds gaat samen met banken leningen van minimaal € 10 miljoen verstrekken. Voor het BLF worden geen overheidsgaranties verstrekt. Beide fondsen worden opgericht door de Nederlandse Investeringsinstelling. Volgens de minister krijgen door deze fondsen ondernemers een betere toegang tot financiering en krijgen pensioenfondsen en verzekeraars extra investeringsmogelijkheden.

 
Onbelaste vergoeding ook voor de meerijderLoonbelasting

 

Carpoolen is helemaal van deze tijd. Gezamenlijk rijden naar het werk is goed voor het milieu, over het algemeen gezellig en het bespaart benzine en andere kosten. Wist u dat u, naast de bestuurder van de auto, ook de meerijdende werknemer een onbelaste kilometervergoeding van € 0,19 per kilometer mag geven? Er zit echter wel een klein addertje onder het gras.

Dat addertje heet 'vervoer vanwege de werkgever'. Wanneer dit het geval is mag u alleen de onbelaste kilometervergoeding geven aan de bestuurder van de auto en niet aan de meerijders. Er is sprake van 'vervoer vanwege de werkgever' als u met een werknemer afspreekt dat hij met zijn eigen auto ook andere werknemers ophaalt. U mag de chauffeur van de auto dan wel een onbelaste vergoeding geven van maximaal € 0,19 voor de totale afstand - dus inclusief de omrijkilometers - maar niet de meerijders.

Een vergoeding aan de meerijders kan dus alleen als werknemers onderling afspraken maken over carpoolen en u zich hierin niet mengt. Let er wel op dat u in dat geval aan de bestuurder van de auto niet ook de omrijkilometers onbelast vergoed. De Belastingdienst ziet deze kilometers bij carpoolafspraken tussen werknemers onderling namelijk als privékilometers.

 
Staatssecretaris presenteert alternatief voor beschikking geen loonheffingenLoonbelasting

 

Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel ter invoering van de beschikking geen loonheffingen (wetsvoorstel BGL) in behandeling. De BGL is bedoeld als vervanger van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Een van de redenen voor het wetsvoorstel BGL is de opdrachtgever medeverantwoordelijk te maken voor de controle op de juistheid van de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Van diverse kanten zijn alternatieven voor de BGL aangedragen. Werkgeversorganisaties, zzp-organisaties en vakbonden stelden een benadering per sector voor, met de mogelijkheid voor een opdrachtgever om in één keer zekerheid vooraf te krijgen voor alle zzp’ers die hij contracteert.

De staatssecretaris van Financiën heeft dit alternatief overgenomen en uitgewerkt. In een brief aan de Tweede Kamer heeft hij de gevolgen voor het wetsvoorstel BGL uiteengezet. Voor het fiscale recht of het sociale zekerheidsrecht is geen verschil in behandeling per sector. Wel kan door een sectorale benadering rekening worden gehouden met specifieke terminologie, afspraken en regelgeving op ander vlak.

Op basis van overeenkomsten tussen opdrachtgever en opdrachtnemer zal de Belastingdienst de aard van de arbeidsrelatie beoordelen. Zowel belangenorganisaties van opdrachtgevers of opdrachtnemers als individuele opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen (model)overeenkomsten voorleggen aan de Belastingdienst. Aan het oordeel van de Belastingdienst over een overeenkomst kunnen partijen zekerheid ontlenen voor het al dan niet moeten inhouden van loonheffingen. De Belastingdienst zal beoordeelde overeenkomsten op het internet plaatsen. Dat geeft andere opdrachtgevers en opdrachtnemers de mogelijkheid om deze te gebruiken. Onder voorbehoud van wijzigingen in wet- en regelgeving geldt het oordeel van de Belastingdienst over een voorgelegde overeenkomst voor een periode van vijf jaar.

De Belastingdienst zal zelf modelovereenkomsten opstellen zonder sectorale elementen. Deze modelovereenkomsten kunnen in meerdere sectoren worden gebruikt en zullen worden gepubliceerd op de website van de Belastingdienst. Voor zover partijen aan een dergelijke modelovereenkomst geen bepalingen toevoegen die afbreuk doen aan de inhoud van de modelovereenkomst en in overeenstemming met de overeenkomst wordt gewerkt, zijn partijen gevrijwaard van loonheffingen.

De staatssecretaris streeft ernaar dat in het najaar circa 40 modelovereenkomsten op de website van de Belastingdienst zijn te vinden. Als in de Tweede Kamer voldoende draagvlak is voor dit alternatief voor de BGL zal het wetsvoorstel BGL worden aangepast. Dat komt neer op het laten vervallen in de huidige wetgeving van de bepalingen die betrekking hebben op de VAR. Het vooraf beoordelen en bekendmaken van overeenkomsten is al onderdeel van het vooroverleg zoals de Belastingdienst dat regelmatig met het bedrijfsleven heeft. Nieuwe wetgeving is daarvoor niet nodig.

 
Volgens AG is iPad een computerLoonbelasting

 

Onder de oude regeling in de loonbelasting voor vergoeding van kosten was het onderscheid tussen computers en communicatieapparatuur van belang. Om computers belastingvrij te vergoeden of te verstrekken moesten zij voor 90% of meer zakelijk worden gebruikt. Voor communicatiemiddelen volstond 10% zakelijk gebruik. Dat wettelijke onderscheid hield geen rekening met de opkomst van hybride apparaten die kenmerken van beide categorieën vertonen, zoals tablets. Eind 2014 ontstond veel ophef door een uitspraak van Hof Amsterdam. Het hof merkte de door een werkgever aan alle werknemers in vaste dienst verstrekte iPads aan als communicatiemiddel. Hoewel door de verplichte toepassing van de werkkostenregeling per 1 januari 2015 het belang van het onderscheid met name bij oude gevallen is gelegen, stelde de staatssecretaris van Financiën toch beroep in cassatie in.

De Advocaat-generaal bij de Hoge Raad (AG) is van mening dat het hof de iPads ten onrechte als communicatiemiddel heeft aangemerkt. Volgens de AG wordt de indeling in een categorie bepaald door:
(i) de mate waarin het apparaat bedoeld is voor taken die ook met een computer kunnen worden verricht, en
(ii) de mate waarin het apparaat als communicatiemiddel functioneert.
Uit de hoeveelheid functies van een iPad volgt niet dat de iPad hoofdzakelijk is gericht op of bedoeld voor communicatie. Uit onderzoek naar het gebruik van tablets blijkt dat deze slechts in beperkte mate als communicatiemiddel worden gebruikt.
Hof Amsterdam heeft bij zijn beschouwing niet alle functies van de iPad in onderlinge samenhang in aanmerking genomen, maar zich beperkt tot een beoordeling van de kantoorfuncties. De AG rekent het hof met name aan dat de mogelijkheid om een toetsenbord aan te sluiten niet in de beoordeling is betrokken. Volgens de AG is de communicatiefunctie van de iPad ondergeschikt aan de overige functies en taken van het apparaat. Daarom moet de iPad worden aangemerkt als computer en omdat in deze procedure vaststaat dat niet aan de eis van voldoende zakelijk gebruik is voldaan, is de verstrekking van de iPads belast. Het oordeel van de Hoge Raad in deze zaak moet worden afgewacht.

 
Uit schenking betaalde rente aftrekbaarInkomstenbelasting

 

Betaalde rente die betrekking heeft op een schuld ter financiering van een eigen woning is aftrekbaar. Rente die niet wordt betaald maar door de crediteur wordt kwijtgescholden is niet aftrekbaar. Inzet van een procedure was het antwoord op de vraag of een schenking van de crediteur aan de debiteur, die wordt gebruikt om verschuldigde rente te betalen, gelijkgesteld moet worden met een kwijtschelding.

De procedure had betrekking op iemand die van zijn ouders € 45.000 had geleend om het aandeel van zijn ex-echtgenote in de gezamenlijke woning over te nemen. Aanvankelijk betaalde hij de rente steeds op tijd, maar toen hij in financiële problemen raakte werd de rente bijgeboekt op de schuld. De ouders maakten jaarlijks gebruik van de mogelijkheid om hun kinderen een belastingvrije schenking te doen. Vanaf het moment waarop de rente niet meer maandelijks werd betaald, werd de jaarlijkse schenking gebruikt ter betaling van de bijgeboekte rente. Het restant van de schenking werd gebruikt voor aflossing van andere schulden die de belanghebbende aan zijn ouders had.

Volgens de inspecteur was geen sprake van betaling van rente maar van kwijtschelding. Dat zou betekenen dat de rente niet aftrekbaar was. Hof Arnhem-Leeuwarden was van oordeel dat van een kwijtschelding door de ouders geen sprake was. De verschuldigde rente werd zorgvuldig geadministreerd; de jaarlijkse schenking werd gebruikt om de bijgeboekte bedragen aan te zuiveren. De broer van de belanghebbende ontving de jaarlijkse schenking in contanten. Volgens het hof was geen sprake van een zogenaamd kasrondje. Volgens de Hoge Raad geeft het oordeel van het hof geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Vanwege de feitelijke aard leent het oordeel zich verder niet voor cassatie.

 
Stapeling van forfaits bij verhuurde woning in box 3Inkomstenbelasting

 

De heffing van inkomstenbelasting over de inkomsten uit sparen en beleggen vindt op forfaitaire wijze plaats in box 3. De inkomsten worden gesteld op een forfaitair rendement van 4% van de waarde in het economische verkeer van het positieve saldo van bezittingen en schulden. De Hoge Raad is van oordeel dat dit forfaitaire stelsel niet onredelijk is. Ook wanneer het rendement op bepaalde bezittingen structureel lager is dan 4%, is volgens de Hoge Raad nog geen sprake van een ongeoorloofde inbreuk op het recht van eigendom. In het geval van verhuurde woningen zal een gering resultaat in het algemeen zijn weerslag vinden in de waarde in het economische verkeer.

Sinds 2010 worden verhuurde woningen in box 3 voor de WOZ-waarde opgenomen. Het gaat dan om de waarde van een onroerende zaak op 1 januari van het voorafgaande jaar. Dat is een praktische regeling die geen inbreuk vormt op het recht van ongestoorde eigendom van een zaak.
De WOZ-waarde is gebaseerd op de volle en onbezwaarde eigendom van een onroerende zaak en houdt geen rekening met de verhuurde staat. Daarom wordt de waarde van een verhuurde onroerende zaak gesteld op een percentage van de WOZ-waarde. Dat percentage is de zogenaamde leegwaarderatio. Een tegenbewijsregeling ontbreekt.

Er is sprake van stapeling van forfaits. Er wordt een forfaitair rendement bepaald over een forfaitaire waarde, die in het geval van verhuurde staat nog eens forfaitair wordt gecorrigeerd. De vraag is of de uitkomst daarvan een resultaat is dat de wetgever voor ogen stond. Volgens de Hoge Raad is dat niet het geval wanneer de waardering van verhuurde woningen ten minste 10% hoger is dan de werkelijke waarde. De waarde van een verhuurde woning moet in een dergelijk geval worden vastgesteld met toepassing van de hoofdregels van box 3. Dat betekent dat de werkelijke waarde in het economische verkeer van de verhuurde woning op de WOZ-waardepeildatum moet worden vastgesteld.

De Hoge Raad heeft een andersluidende uitspraak van Hof Amsterdam vernietigd. Hof den Haag moet de eigenaar van de verhuurde woningen nu de mogelijkheid bieden om aannemelijk te maken dat de waarde in het economische verkeer van de verhuurde woningen op de waardepeildatum lager ligt dan de forfaitair vastgestelde waarde.

 
Lenen aan de BV: leg vastInkomstenbelasting

 

Bent u directeur-grootaandeelhouder en leent u geld aan uw BV? Zorg er dan voor dat de lening zakelijk is. Dat houdt in, dat een ander de lening ook onder dezelfde voorwaarden zou hebben verstrekt. Bij betalingsproblemen van de BV is het verlies op een zakelijke lening aftrekbaar in box 1. Met een schriftelijke geldleningsovereenkomst moet de Belastingdienst bewijzen dat de lening onzakelijk is. Leg daarom de lening vast.

Voorbeeld:
U leent aan uw BV € 50.000 en ontvangt 5% (€ 2.500) rente per jaar. Stel nu dat sprake is van een slecht scenario: de BV kan het geld niet terugbetalen. Dan wilt u in ieder geval het verlies op de lening in aftrek brengen in box 1. Als de Belastingdienst aannemelijk kan maken dat een ander de lening niet zou hebben verstrekt, ook niet voor een hogere rente, dan is het verlies niet in box 1 aftrekbaar. Met een schriftelijke leningsovereenkomst die wordt nageleefd maakt u dat voor de Belastingdienst minder eenvoudig.

Tip: Denkt u dat u niet aannemelijk kunt maken dat een ander de lening ook zou hebben verstrekt? Overweeg dan om een (informele) kapitaalstorting op de aandelen te doen. U hoeft dan geen zakelijke rente aan te geven en u voorkomt daarmee mogelijke discussies over de aftrek van een verlies in box 1. Het verlies is dan namelijk niet aftrekbaar in box 1.

Let op! Er zijn meer fiscale gevolgen verbonden aan onzakelijke geldleningen. Neem daarover contact op met een van onze adviseurs.

 
Vergoeding lid stembureau is geen vrijwilligersvergoedingInkomstenbelasting

 

Een vrijwilliger is een persoon die niet bij wijze van beroep arbeid verricht voor een instantie die niet aan de heffing van vennootschapsbelasting is onderworpen. Er geldt een vrijstelling voor vrijwilligersvergoedingen mits deze per maand niet meer bedragen dan € 150 en per kalenderjaar niet meer dan € 1.500.

Volgens Hof Amsterdam is de vergoeding, die een lid van een stembureau ontving voor zijn werkzaamheden, belast ook al overschreed de vergoeding het bedrag van € 150 niet. Uitgaande van een schatting van het aantal gewerkte uren bedroeg de vergoeding ten minste € 7,89 per uur. Dit bedrag was vrijwel gelijk aan het destijds geldende minimum uurloon. De Belastingdienst hanteert een maximale vergoeding van € 4,50 per uur als niet-marktconforme vergoeding. Voor vrijstelling als vrijwilligersvergoeding geldt de voorwaarde dat het gaat om niet beroepsmatige arbeid. Die voorwaarde komt erop neer dat de vergoeding die een vrijwilliger ontvangt onder het commerciële niveau ligt en het karakter heeft van een kostenvergoeding.

 
Lage btw-tarief ook voor tuinaanleg- en onderhoudOmzetbelasting

 

Heeft u tuinplannen? Of bent u hovenier? Onderneem dan snel actie! Ook het aanleggen of onderhouden van de tuin valt onder het tijdelijk verlaagde btw-tarief voor renovatie en herstel van woningen. Het lage btw-tarief van 6% geldt alleen voor de arbeidskosten en geldt nog tot 1 juli 2015.

Regulier tuinonderhoud door een hovenier
Voor iedereen die zijn tuin lenteklaar laat maken door een hovenier, geldt het verlaagde btw-tarief van 6% op de arbeidskosten.

Het (opnieuw) aanleggen van de tuin
Wilt u uw tuin ingrijpend veranderen? Als de herinrichting van de tuin is afgerond vóór 1 juli 2015, dan brengt uw hovenier nog 6% btw in rekening op zijn arbeidskosten.

Het maken van een tuinontwerp
Het verlaagde btw-tarief geldt niet voor tuinarchitecten, behalve als zij ook ‘het uitvoerende werk’ doen. Wilt u besparen op een tuinontwerp? Laat dat dan maken door de hovenier, die ook uw tuin komt aanleggen.

Let op! Het verlaagde btw-tarief geldt voor werkzaamheden aan woningen die zijn bestemd voor permanente bewoning. Dat zijn bijvoorbeeld eigen woningen, maar ook verhuurde woningen. Vakantiewoningen zonder permanente woonbestemming vallen buiten de regeling.

Andere tuinwerkzaamheden die nog tijdelijk onder het verlaagde btw-tarief vallen:

  • Aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van (sier)bestrating, (sier)hekken, omheiningen en (tuin)hekken.
  • Het aanleggen, vernieuwen en onderhouden van beregeningsinstallaties en tuinverlichting.
  • Het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van paardenboxen, buitenstallen, hondenkennels, zwembaden, tennisbanen.
  • De werkzaamheden van een grondverzetbedrijf.
  • Aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van steigers, beschoeiing-contructies en damwanden in de tuin.
  • Aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van een boothuis (loods voor berging van kleine pleziervaartuigen) in de tuin.
  • Sloop en vervanging van opstallen in de tuin bij de woning.
  • Drainageonderhoud en bodemsanering.
  • Onderhoud van gemeenschappelijke tuinen van appartementencomplexen en verpleeg- en verzorgingsinstellingen.

 
Eerste Kamer neemt wetsvoorstel invoering compartimenteringsreserve aanVennootschapsbelasting

 

Het wetsvoorstel ter invoering van een compartimenteringsreserve in de vennootschapsbelasting is door de Eerste Kamer aangenomen. Het wetsvoorstel is een reactie op een arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2013. De nu aangenomen wetswijziging werkt formeel terug tot die datum.

Het arrest van de Hoge Raad gaat over de toepassing van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting. De deelnemingsvrijstelling is van toepassing op voordelen uit een aandelenbelang van 5% of meer. De voordelen uit dit aandelenbelang zijn voor de aandeelhouder belastingvrij. Wanneer op het aandelenbelang eerst wel en later niet meer voldoet aan de voorwaarden voor de deelnemingsvrijstelling, dan vindt er een sfeerovergang plaats van de belaste naar de onbelaste sfeer. Is deze sfeerovergang het gevolg van een wijziging in de feiten en omstandigheden bij de aandeelhouder, dan is de door de Hoge Raad ontwikkelde compartimenteringsleer van toepassing op de voordelen. De voordelen moeten worden gesplitst en toegerekend aan de onbelaste en de belaste periode.

Volgens het arrest van de Hoge Raad is deze compartimenteringsleer niet van toepassing als de sfeerovergang niet het gevolg is van een verandering van omstandigheden bij de aandeelhouder, maar het gevolg is van een wetswijziging. Het ging in het arrest om aandelen waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing werd door een wetswijziging. De na de sfeerovergang ontvangen dividenden waren volgens de Hoge Raad onbelast. De wetgever was er bij deze aanpassing van de deelnemingsvrijstelling vanuit gegaan dat ook in die gevallen compartimentering van de voordelen zou plaatsvinden. Dat was met zoveel woorden in de memorie van toelichting gezegd. Naar aanleiding van het arrest heeft de staatssecretaris van Financiën een wetsvoorstel ingediend om compartimentering van voordelen bij iedere sfeerovergang wettelijk vast te leggen.
Een sfeerovergang kan zich voordoen van de belaste naar de onbelaste sfeer en andersom. Een sfeerovergang voor een aandelenbelang leidt tot de vorming van een compartimenteringsreserve. Bij een overgang van belaste naar onbelast sfeer is de compartimenteringsreserve belast. Gaat het aandelenbelang van de onbelaste naar de belaste sfeer, dan is de compartimenteringsreserve onbelast. De hoogte van de reserve is gelijk aan het verschil tussen de waarde in het economische verkeer en de boekwaarde van de aandelen op het moment van de sfeerovergang. Dit is het bedrag van de voordelen die bij realisatie worden toegerekend aan de periode voorafgaand aan de sfeerovergang. Voordelen worden pas bij realisatie in de belastingheffing betrokken. Pas op dat moment wordt bekeken aan welke periode deze voordelen zijn toe te rekenen. Daarbij wordt uitgegaan van de waarde van de aandelen op het tijdstip van de sfeerovergang.

 
Werknemer krijgt meer recht op flexibel werkenArbeidsrecht

 

De Eerste Kamer heeft een voorstel om de Wet aanpassing arbeidsduur, arbeidsplaats en werktijd te wijzigen aangenomen. De wijziging is bedoeld om flexibel werken te bevorderen. Als gevolg van deze wijziging kunnen werknemers hun werkgever eerder vragen om aanpassing van de overeengekomen arbeidsduur, arbeidsplaats of werktijd. Voorwaarde is dat de werknemer op het moment van wijziging ten minste een half jaar in dienst is bij de werkgever. De werknemer moet zijn verzoek ten minste twee maanden voor het beoogde tijdstip van ingang van de aanpassing schriftelijk indienen. De werkgever mag een verzoek van een werknemer om aanpassing van zijn arbeidsduur of werktijden alleen afwijzen op grond van zwaarwegende bedrijfsbelangen. De beslissing op een verzoek om aanpassing van de arbeidsduur, de arbeidsplaats of de werktijd moet schriftelijk aan de werknemer worden meegedeeld. Een afwijzende beslissing moet onder opgave van de redenen worden meegedeeld. Wanneer de werkgever niet uiterlijk een maand voor het door de werknemer aangevraagde tijdstip van aanpassing op het verzoek heeft beslist, wordt het verzoek als geaccepteerd beschouwd.

De wijziging van de wet geldt niet voor een werkgever die minder dan 10 werknemers in dienst heeft. Deze werkgevers moeten zelf een regeling treffen voor het recht op aanpassing van de arbeidsduur van de werknemers.

 
Minimumloon per 1 juli 2015 iets omhoogArbeidsrecht

 

De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon gaan weer iets omhoog per 1 juli 2015. Als werkgever bent u verplicht ten minste het minimumloon aan uw werknemers uit te betalen. Ook moet u het wettelijk minimumloon vermelden op de loonstrook. Daarom alvast de bedragen per 1 juli 2015.

Stijging minimumloon
De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en minimumjeugdloon worden telkens op 1 januari en op 1 juli aangepast aan de ontwikkeling van de gemiddelde cao-lonen in Nederland. Het wettelijk brutominimumloon voor werknemers van 23 jaar en ouder bij een volledig dienstverband wordt per 1 juli 2015:

  • € 1.507,80 per maand (januari 2015: € 1.501,80);
  • € 347,95 per week (januari 2015: € 346,55);
  • € 69,59 per dag (januari 2015: € 69,31).

Ook de minimumjeugdlonen voor 15 t/m 22-jarige werknemers gaan per 1 juli aanstaande iets omhoog. Zo bedraagt het minimumjeugdloon voor een 22-jarige dan € 1.281,65 per maand en voor een 15-jarige is dit € 452,35.

Let op! Het wettelijk minimumloon geldt als minimum beloning voor uw werknemers. Zorg ervoor dat uw werknemers niet worden onderbetaald. U riskeert anders forse boetes.

Aanpak schijnconstructies
Momenteel behandelt de Eerste Kamer een wetsvoorstel over de aanpak van schijnconstructies. Het wetsvoorstel bevat verschillende maatregelen die ervoor moeten zorgen dat iedereen die in Nederland werkt, ook daadwerkelijk het loon krijgt waar hij of zij recht op heeft. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, mogen werkgevers het minimumloon niet meer contant uitbetalen. Ook is het straks niet langer mogelijk om een deel van het minimumloon als onkostenvergoeding uit te betalen of bedragen in te houden op het minimumloon. Op dit inhoudingsverbod kan een uitzondering gelden. Details hierover volgen later.

 
Zzp-pensioen beter beschermdSociale verzekeringen

 

Moet u als zzp'er een beroep doen op de bijstand dan hoeft u uw opgebouwde pensioen niet 'op te eten'. Dit wordt geregeld in een wetsvoorstel dat binnenkort wordt ingediend. Het kabinet wil zo de pensioenopbouw voor zzp'ers verbeteren. Net zoals voor werknemers wordt uw opgebouwde pensioen beschermd voor de vermogenstoets.

Bij een beroep op de bijstand kijkt de gemeente of u niet te veel vermogen bezit (de vermogenstoets). Per 1 januari 2016 wordt wettelijk geregeld dat uw pensioenvermogen tot € 250.000 buiten de vermogenstoets blijft. Eind vorig jaar heeft het kabinet gemeenten verzocht om hier al in 2015 rekening mee te houden.

Let op! Deze nieuwe regeling geldt ook voor mensen die niet kunnen deelnemen aan een pensioenfonds en zelf hun pensioen hebben geregeld.

Verder krijgt u meer tijd om te beslissen of u wilt blijven deelnemen aan het pensioenfonds van uw voormalig werkgever, wanneer u als werknemer zzp’er wordt. Nu moet u hierover bij sommige pensioenuitvoerders binnen drie maanden een besluit nemen. Dat gaat veranderen. Er komt namelijk een vaste beslissingstermijn van negen maanden. Ook dit is een maatregel uit het wetsvoorstel.

 
Sneller beloond voor in dienst nemen jongereSociale verzekeringen

 

Er zitten nog steeds te veel jongeren thuis zonder baan. Het kabinet legt zich daar niet bij neer. Om meer jongeren aan de slag te krijgen wordt de premiekorting voor het in dienst nemen van een uitkeringsgerechtigde jongere verruimd met ingang van 1 juli 2015. Helpt u een jongere aan een baan, dan wordt u daar dus extra voor beloond.

Regeling in een notendop
Als u een uitkeringsgerechtigde jongere in dienst neemt in de leeftijd tussen 18 en 27 jaar, dan komt u onder voorwaarden in aanmerking voor de premiekorting jongere werknemers. De korting geldt tijdelijk tot 1 januari 2018 en bedraagt per aangenomen jonge werknemer € 3.500 per jaar voor de duur van de dienstbetrekking en voor maximaal twee jaar. Vooralsnog kunt u de premiekorting alleen toepassen voor uitkeringsgerechtigde jongeren die u vóór 1 januari 2016 in dienst neemt.
Een van de voorwaarden voor toepassing van de premiekorting jongere werknemers is dat het moet gaan om een dienstbetrekking van ten minste 32 uur per week op basis van minimaal een halfjaarcontract.

Verruiming op komst
Die voorwaarde wordt versoepeld. Met ingang van 1 juli 2015 gaat de eis van ten minste 32 uur per week omlaag naar ten minste 24 uur per week. Neemt u dus op of na 1 juli 2015 een uitkeringsgerechtigde jongere in dienst, dan komt u sneller in aanmerking voor de premiekorting. De eis van minimaal een halfjaarcontract blijft ongewijzigd.

 
Onjuiste brief over kinderopvangtoeslagToeslagen

 

Ontvangt u kinderopvangtoeslag, dan heeft u mogelijk onlangs één of twee verkeerde brieven ontvangen van de Belastingdienst. De brieven met datum 8 april 2015 en kenmerk KOT FLG 12p en/of KOT FLG 13p bevatten een verkeerde naam van de toeslagpartner.

De brieven zijn verstuurd aan ongeveer 2.200 burgers. Hierin staat dat het inkomen van hun toeslagpartner in 2012 en/of 2013 niet bekend is en wat de gevolgen daarvan zijn voor de kinderopvangtoeslag. Door een fout bevatten de brieven een verkeerde naam van de toeslagpartner. Heeft u één of twee verkeerde brieven over de kinderopvangtoeslag ontvangen, dan hoeft u zelf niet in actie te komen. U ontvangt van de Belastingdienst een excuusbrief met meer informatie.

Toeslagpartner
Uw toeslagpartner is uw echtgenoot of geregistreerde partner. Bent u niet gehuwd of heeft u geen geregistreerd partnerschap, dan kan iemand anders die op hetzelfde woonadres staat ingeschreven, uw toeslagpartner zijn. Dit is het geval wanneer één van de volgende situaties geldt:

  • U heeft een notarieel samenlevingscontract.
  • U heeft samen een kind of u of uw partner heeft het kind van de ander erkend.
  • U bent partner voor een pensioenregeling.
  • U heeft samen een koopwoning.
  • U of één van uw medebewoners heeft een inwonend kind jonger dan 18 jaar.
  • U bent voor de inkomstenbelasting elkaars fiscale partner.
  • U was in 2014 al elkaars toeslagpartner.

 

Hopelijk heeft u de opgenomen artikelen als interessant en nuttig ervaren.


Met vriendelijke groet,

Remmerswaal Accountants & Adviseurs

U ontvangt deze e-mail van Remmerswaal Accountants & Adviseurs
Wilt u liever geen e-mail meer ontvangen op dit e-mailadres, klik dan hier om u af te melden.
www.remmerswaal.nlinfo@remmerswaal.nl