Van: "Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <info@remmerswaal.nl>
Aan: "Jan Scherpenisse - Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <scherpenisse@remmerswaal.nl>
Datum: 22-09-17 14:34:31
Onderwerp: Nieuwsbrief Remmerswaal Accountants & Adviseurs - 2017-09-22

Remmerswaal
vrijdag, 22 september 2017
Geachte relatie,

Met deze mail ontvangt u een nieuwe uitgave van onze digitale nieuwsbrief, de editie van de maand september.

Wij willen u hiermee informeren over mogelijk voor u van belang zijnde actualiteiten en ontwikkelingen. Mocht u meer informatie over een of meerdere onderwerpen willen ontvangen en/of een vraag over een specifiek artikel hebben, dan kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met uw Remmerswaal-adviseur. U kunt nog meer nieuwsitems vinden op onze site www.remmerswaal.nl. Daar treft u ook algemene informatie over onze organisatie aan.

Wij wensen u veel leesplezier.

Deze nieuwsbrief bevat de volgende items:


Prinsjesdag 2017
Maatregelen loonbelasting
Verlaging EIA met 0,5% per 2018
Multiplier giftenaftrek
Definitie geneesmiddelen
Afschaffing landbouwregeling
Aansprakelijkheid pand- en hypotheekhouders
Afschaffing inkeerregeling
 
Prinsjesdag 2017Belastingplan

 

Het gebruikelijke jaarlijkse pakket fiscale maatregelen dat op Prinsjesdag wordt gepresenteerd, is dit jaar vanwege de demissionaire status van het kabinet magerder dan ooit. Toch bestaat het Belastingplan uit vier wetsvoorstellen. Naast het eigenlijke Belastingplan en het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen (OFM) zijn dat een wetsvoorstel ter afschaffing van de landbouwregeling in de btw en een wetsvoorstel dat houdstercoöperaties inhoudingsplichtig maakt voor de dividendbelasting. Het Belastingplan 2018 bevat de maatregelen die per 1 januari 2018 effect hebben op de koopkracht. Het wetsvoorstel OFM 2018 bevat maatregelen die geen budgettaire gevolgen hebben. Veel van de daarin opgenomen maatregelen zijn een reactie op jurisprudentie, gericht op de bestrijding van misbruik of een gevolg van Europese regelgeving.

N.B. Het gaat om wetsvoorstellen, die nog door de Tweede en Eerste Kamer behandeld moeten worden. De verwachting is dat het nieuwe kabinet door het aanbrengen van wijzigingen zijn stempel zal willen drukken op de voorgestelde maatregelen.

De belangrijkste aangekondigde veranderingen zijn de volgende.

Tarieven inkomstenbelasting
De tarieven in box 1 van de inkomstenbelasting wijzigen nauwelijks. Het tarief in de tweede en derde schijf gaat met 0,05% omhoog naar 40,85%. Voor mensen boven de AOW-leeftijd gaat het tarief in de tweede schijf naar 22,95%. Het tarief in de vierde schijf daalt met 0,05% naar 51,95%. Omdat de derde schijf wordt verlengd, is het tarief in de vierde schijf pas bij een inkomen vanaf € 68.507 van toepassing.

Ook de heffingskortingen worden slechts beperkt veranderd. Het maximum van de algemene heffingskorting gaat van € 2.254 naar € 2.265 in 2018. De arbeidskorting gaat iets omhoog naar maximaal € 3.249. Het hoge bedrag van de ouderenkorting gaat van € 1.292 naar € 1.418. De alleenstaande ouderenkorting gaat iets omlaag naar € 423.

Afschaffing inkeerregeling
Zoals al eerder was aangekondigd wil het kabinet de inkeerregeling afschaffen. De inkeerregeling houdt in dat mensen, die vermogen of inkomen hebben verzwegen, dat binnen twee jaar alsnog kunnen aangeven zonder dat de Belastingdienst een vergrijpboete oplegt. Die mogelijkheid om boetevrij in te keren wordt afgeschaft.

Afschaffen landbouwvrijstelling btw
In de Miljoenennota van vorig jaar is de afschaffing van de landbouwregeling in de btw al aangekondigd. Nu is het zo ver en ligt er een wetsvoorstel ter afschaffing van de regeling per 1 januari 2018. Dit heeft tot gevolg dat landbouwers vanaf 1 januari 2018 over hun prestaties btw moeten voldoen en btw over de aan hen verrichte prestaties kunnen terugvragen.

Vermogensverschuiving via huwelijkse voorwaarden
Per 1 januari 2018 verandert het huwelijksvermogensrecht. Standaard ontstaat dan bij huwelijk een beperkte gemeenschap van goederen. Momenteel is het uitgangspunt een volledige gemeenschap van goederen, waarin iedere echtgenoot voor de helft gerechtigd is. Via het maken van huwelijkse voorwaarden kunnen echtgenoten kiezen voor een andere verdeling. Wanneer zij door het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden een andere verdeling van de gemeenschap afspreken of kiezen voor een andere gemeenschap kan het zijn dat daarbij schenk- of erfbelasting verschuldigd wordt. Echtgenoten kunnen hun vermogens in ieder geval zonder gevolgen voor de schenk- en erfbelasting samenvoegen in de huwelijksgemeenschap tot een verdeling van 50% voor iedere echtgenoot. Schenkbelasting is verschuldigd indien het aandeel van de echtgenoot met het minste vermogen hoger wordt dan 50% of indien het aandeel van de echtgenoot met het meeste vermogen in het totale vermogen toeneemt. Het meerdere boven 50% respectievelijk de toename van het belang wordt dan aangemerkt als schenking.

Het voorstel geldt ook voor ongehuwd samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract.

Laag tarief btw geneesmiddelen
Het verlaagde tarief in de btw is van toepassing op geneesmiddelen. Door een arrest van de Hoge Raad is duidelijk geworden dat de wettekst te ruim is. Volgens het arrest vallen ook fluoride tandpasta en zonnebrandcrème onder het lage tarief. Dat is niet de bedoeling. Daarom wordt de definitie van geneesmiddel voor de btw aangepast. Het lage tarief geldt dan alleen nog voor producten, die na goedkeuring van de bevoegde autoriteiten als geneesmiddel in de handel mogen worden gebracht. Bepalend is of een handelsvergunning is afgegeven.

 
Maatregelen loonbelastingLoonbelasting

 

Niet-uitvoerende bestuurders
Bestuurders van een beursgenoteerde vennootschap zijn fictief in dienstbetrekking werkzaam bij de vennootschap. De fictieve dienstbetrekking voor commissarissen is vervallen, aanvankelijk op basis van een besluit, en met ingang van 1 januari 2017 op basis van de wet. Nu wordt voorgesteld ook de fictieve dienstbetrekking voor niet-uitvoerende bestuurders van een beursgenoteerde vennootschap af te schaffen. Daardoor ontstaat een gelijke behandeling van commissarissen en niet-uitvoerende bestuurders. Een uitvoerende bestuurder blijft onder de loonbelasting vallen, ongeacht of hij bestuurder is van een beursgenoteerde of een niet beursgenoteerde vennootschap. Wie uitvoerend of niet-uitvoerend bestuurder is, blijkt uit het Handelsregister.

Alleenstaande ouderenkorting in de loonheffing
De alleenstaande ouderenkorting kan bij de inhouding van loonheffing alleen worden toegepast indien de alleenstaande oudere op zijn AOW-uitkering de standaardloonheffingskorting toepast. Nu wordt voorgesteld dat de Sociale Verzekeringsbank de alleenstaande ouderenkorting mag toepassen op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen bij alleenstaande ouderen die geen AOW-uitkering ontvangen. Deze maatregel verkleint het aantal alleenstaande ouderen dat aangifte inkomstenbelasting moet doen om de korting te gelde te maken.

Pseudo-eindheffing over excessieve vertrekvergoedingen
Of een vertrekvergoeding bij einde dienstbetrekking excessief is wordt vastgesteld aan de hand van een rekenregel. Bepaalde onvoorwaardelijke aandelenoptierechten, die enkele jaren voor het jaar waarin de dienstbetrekking is beëindigd zijn verstrekt aan de vertrekkende werknemer, tellen niet mee in deze rekenregel. De Hoge Raad heeft gezegd dat dit ook geldt voor aandelenoptierechten die nog niet onvoorwaardelijk waren. De pseudo-eindheffing over excessieve vertrekvergoedingen kan door dat arrest worden beperkt of voorkomen door constructies met voorwaardelijke aandelenoptierechten. Om dat te voorkomen wordt de regeling aangepast.

Beperking toepassing heffingskortingen buitenlandse belastingplichtigen
Heffingskortingen bestaan uit een premiedeel en een belastingdeel. Sinds 2015 zijn buitenlandse belastingplichtigen te onderscheiden in kwalificerende en niet kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen. Kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen hebben in de inkomstenbelasting recht op dezelfde fiscale voordelen als binnenlandse belastingplichtigen, waaronder het belastingdeel van alle heffingskortingen. Niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen uit landen binnen de EU of de EER hebben in de inkomstenbelasting enkel recht op het belastingdeel van aan arbeid gekoppelde heffingskortingen. Niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen uit derde landen hebben in de inkomstenbelasting voor geen van de heffingskortingen recht op het belastingdeel.

Het kabinet stelt voor om vanaf 2019 in de loonbelasting voor alle buitenlandse belastingplichtigen alleen nog maar het belastingdeel van de heffingskortingen toe te laten passen waarop niet kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen uit het betreffende land in de inkomstenbelasting recht hebben. Op grond van de voorgestelde maatregel wordt bij buitenlandse belastingplichtigen uit een land binnen de EU of de EER vanaf 2019 in de loonbelasting alleen van de arbeidskorting het belastingdeel toegepast. Bij buitenlandse belastingplichtigen uit derde landen wordt van geen enkele heffingskorting het belastingdeel toegepast. Bij de voorgestelde wijziging wordt geen onderscheid gemaakt tussen kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen en niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen.

 
Verlaging EIA met 0,5% per 2018Ondernemingswinst

 De energie-investeringsaftrek (EIA) gaat per 1 januari 2018 met 0,5% omlaag. Dat is een gevolg van een bij de behandeling van het Belastingplan 2017 aangenomen amendement, waarvoor deze verlaging als dekking dient. De verlaging is destijds niet verwerkt in het amendement. Dat wordt nu hersteld.

 
Multiplier giftenaftrekInkomstenbelasting

Sinds 2012 worden giften aan culturele instellingen voor de bepaling van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting verhoogd door vermenigvuldiging met een bepaalde factor. Het doel van deze regeling is om giften aan culturele instellingen te stimuleren. De regeling was tijdelijk bedoeld en zou eindigen per 1 januari 2018. In januari 2017 is de regeling geëvalueerd. De conclusies die aan de evaluatie verbonden worden zijn voorbehouden aan het volgende kabinet. Dat moet besluiten of de regeling al dan niet wordt voortgezet. Om het nieuwe kabinet niet voor de voeten te lopen wordt voorgesteld om de regeling een jaar te verlengen.

 
Definitie geneesmiddelenOmzetbelasting

 

Het verlaagde tarief in de btw is van toepassing op geneesmiddelen. Door een arrest van de Hoge Raad is duidelijk geworden dat de wettekst te ruim is. Volgens het arrest vallen ook fluoride tandpasta en zonnebrandcrème onder het lage tarief. Dat is niet de bedoeling. Daarom wordt de definitie van geneesmiddel voor de btw aangepast. Het lage tarief geldt dan alleen nog voor producten, die na goedkeuring van de bevoegde autoriteiten als geneesmiddel in de handel mogen worden gebracht. Bepalend is of een handelsvergunning is afgegeven.

In de Memorie van Toelichting wordt ingegaan op de vraag of geneesmiddelen met een handelsvergunning en producten zonder handelsvergunning soortgelijke producten zijn. Dat zou ertoe leiden dat zij vanwege het beginsel van fiscale neutraliteit voor de btw gelijk behandeld zouden moeten worden. Het kabinet denkt dat het hebben van een handelsvergunning en de bewezen werking van middelen met een handelsvergunning voldoende onderscheidend zijn om een verschil in toepassing van het btw-tarief te rechtvaardigen.

 
Afschaffing landbouwregelingOmzetbelasting

 

De huidige landbouwregeling in de omzetbelasting houdt landbouwers, veehouders, tuinbouwers en bosbouwers buiten de heffing van btw. Zij hoeven geen btw-administratie bij te houden. Omdat de landbouwer geen btw is verschuldigd over zijn leveringen en diensten, kan hij de aan hem in rekening gebrachte btw niet terugvragen. Om cumulatie van omzetbelasting in de bedrijfskolom te voorkomen heeft de afnemer van een landbouwer recht op een forfaitaire aftrek van voorbelasting. Dit forfait bedraagt 5,4% van de verkoopprijs die de landbouwer in rekening heeft gebracht. Toepassing van de landbouwregeling is niet verplicht, want landbouwers hebben de keuze om te opteren voor de gebruikelijke wijze van btw-heffing. Bedrijven die regelmatig investeren maken in de praktijk meestal geen gebruik van de landbouwregeling omdat de aftrek van voorbelasting aantrekkelijker is.
In de Miljoenennota van vorig jaar is de afschaffing van de landbouwregeling aangekondigd. Nu is het zo ver en ligt er een wetsvoorstel ter afschaffing van de regeling per 1 januari 2018. Dit heeft tot gevolg dat landbouwers vanaf 1 januari 2018 over hun prestaties btw moeten voldoen en btw over de aan hen verrichte prestaties kunnen terugvragen.

Overgangsrecht
Voor landbouwers die tot 1 januari 2018 gebruik maken van de landbouwregeling, is voorzien in overgangsrecht. Dat maakt mogelijk dat deze landbouwers alsnog in aanmerking komen voor de eerder niet genoten aftrek van voorbelasting op investeringsgoederen die vóór 1 januari 2018 in gebruik zijn genomen en op goederen en diensten, die op 1 januari 2018 nog niet in gebruik zijn genomen. Voor investeringsgoederen die voor 1 januari 2018 in gebruik zijn genomen geldt, in afwijking van de bestaande herzieningsregels, dat herziening van de aftrek van voorbelasting niet gespreid over de jaren maar in één keer plaatsvindt voor de resterende herzieningsperiode. Dat gebeurt in de aangifte over het eerste belastingtijdvak van 2018.
De aftrek van voorbelasting op goederen en diensten die vóór 1 januari 2018 zijn aangeschaft, maar na 1 januari 2018 in gebruik worden genomen, vindt plaats in de aangifte over het eerste belastingtijdvak van 2018 overeenkomstig de gewijzigde bestemming van deze goederen en diensten.

In het kader van de afschaffing van de landbouwregeling wordt het beleidsbesluit “Omzetbelasting Landbouw” met ingang van 1 januari 2018 ingetrokken.

 
Aansprakelijkheid pand- en hypotheekhoudersInvordering

 

In de Invorderingswet komt een bepaling die de aansprakelijkheid invoert voor pand- en hypotheekhouders en executanten. De aansprakelijkheid betreft de omzetbelasting die verschuldigd is bij de levering van een verpande of verhypothekeerde zaak of van een zaak waarop beslag is gelegd. Door de invoering van de aansprakelijkheid worden deze leveringen materieel hetzelfde behandeld als leveringen die onder de verleggingsregeling in de omzetbelasting vallen. De aansprakelijkheid moet voorkomen dat de Belastingdienst achterblijft met een onverhaalbare omzetbelastingschuld op de ondernemer wiens zaak wordt geleverd.

Pand- of hypotheekhouders mogen zowel binnen als buiten faillissement de zaak namens de schuldenaar verkopen. Executanten kunnen een zaak door een gerechtsdeurwaarder laten verkopen en zich op de opbrengst verhalen. De opbrengst boeken zij af op de openstaande vordering. De opbrengst van een verkochte zaak omvat ook de omzetbelasting. Toepassing van de verleggingsregeling in de omzetbelasting biedt niet in alle gevallen een oplossing. Zo kan de verleggingsregeling niet worden toegepast bij leveringen aan niet-ondernemers of bij leveringen van roerende zaken op grond van een executoriale titel. De invoering van de nieuwe aansprakelijkheid voor pand- en hypotheekhouders en executanten moet dat probleem ondervangen. De aansprakelijkheid neemt de plicht om de omzetbelasting te betalen niet weg van de ondernemer wiens zaken worden geleverd. Pas wanneer hij niet betaalt mag de Belastingdienst de pand- of hypotheekhouder of executant aansprakelijk stellen voor het bedrag aan niet-betaalde omzetbelasting.

 
Afschaffing inkeerregelingFormeel recht

 

Zoals al eerder was aangekondigd wil het kabinet de inkeerregeling afschaffen. De inkeerregeling houdt in dat mensen, die vermogen of inkomen hebben verzwegen, dat binnen twee jaar alsnog kunnen aangeven zonder dat de Belastingdienst een vergrijpboete oplegt. Die mogelijkheid om boetevrij in te keren wordt afgeschaft. Overigens wordt alleen een vergrijpboete opgelegd wanneer het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige is te wijten dat er over eerdere belastingjaren te weinig belasting is geheven. Wie per ongeluk heeft verzuimd bij een inkomensbestanddeel in zijn aangifte op te nemen en dat uit zichzelf en tijdig alsnog doet, wordt in beginsel niet beboet. De bewijslast voor opzet en grove schuld ligt bij de inspecteur.

De huidige inkeerregeling blijft bestaan voor aangiften die vóór 1 januari 2018 zijn gedaan of gedaan hadden moeten zijn en met betrekking tot inlichtingen, gegevens of aanwijzingen die vóór 1 januari 2018 zijn verstrekt of hadden moeten zijn verstrekt.

 

Hopelijk heeft u de opgenomen artikelen als interessant en nuttig ervaren.

Twitter:
Wilt u op de hoogte blijven van actueel fiscaal nieuws? Volg ons op Twitter via @RemmerswaalInfo en mis geen belangrijk nieuws. Ook interesse voor nieuws van onze loonadviseurs volg dan ons op Twitter via @RemmerswaalLoon. Maar u kunt ons natuurlijk ook volgen via Facebook en Google+.

 



Met vriendelijke groet,

Remmerswaal Accountants & Adviseurs

U ontvangt deze e-mail van Remmerswaal Accountants & Adviseurs
Wilt u liever geen e-mail meer ontvangen op dit e-mailadres, klik dan hier om u af te melden.
www.remmerswaal.nlinfo@remmerswaal.nl