Van: "Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <info@remmerswaal.nl>
Aan: "Jan Scherpenisse - Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <scherpenisse@remmerswaal.nl>
Datum: 09-02-17 17:45:29
Onderwerp: Nieuwsbrief Remmerswaal Accountants & Adviseurs - 2017-02-09

Remmerswaal
donderdag, 9 februari 2017
Geachte relatie,

Met deze mail ontvangt u een nieuwe uitgave van onze digitale nieuwsbrief, de editie van de maand februari.

Wij willen u hiermee informeren over mogelijk voor u van belang zijnde actualiteiten en ontwikkelingen. Mocht u meer informatie over een of meerdere onderwerpen willen ontvangen en/of een vraag over een specifiek artikel hebben, dan kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met uw Remmerswaal-adviseur. U kunt nog meer nieuwsitems vinden op onze site www.remmerswaal.nl. Daar treft u ook algemene informatie over onze organisatie aan.

Wij wensen u veel leesplezier.

Deze nieuwsbrief bevat de volgende items:


Gebruikelijk loon in 2017
Bestelauto’s bleven na werktijd op bedrijfsterrein achter
Proefprocedure box 3
Vaststellingsovereenkomst innovatiebox
Aanpassing voorstel Wet uitfasering pensioen in eigen beheer
Verkopende aandeelhouder deed onvoldoende onderzoek naar koper
Aanpak belastingontduiking
 
Gebruikelijk loon in 2017Loonbelasting

 

De gebruikelijkloonregeling geldt voor werknemers die een aanmerkelijk belang hebben in de vennootschap waarvoor zij werken. In de regel gaat het om de dga en zijn partner. Het loon van een dga moet ten minste gelijk zijn aan het hoogste van de volgende bedragen:
1. 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
2. het hoogste loon van de overige werknemers van de bv;
3. € 45.000 (2016: € 44.000).

De bv heeft de mogelijkheid om een lager loon aannemelijk te maken dan het op grond van de hoofdregel vastgestelde bedrag. Zolang het loon niet lager wordt dan € 45.000 mag rekening worden gehouden met een afwijking ten opzichte van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking van 25%.

Voor dga's van een innovatieve start-up geldt vanaf 1 januari 2017 een minder streng regime. Voor hen geldt het minimumloon als gebruikelijk loon of het lagere loon uit een vergelijkbare dienstbetrekking. Er is sprake van een innovatieve start-up als:
- de bv beschikt over een S&O verklaring, die voor het gehele of een gedeelte van het jaar geldig is;
- de bv heeft recht heeft op het verhoogde S&O-starterspercentage.
- er geen sprake is van verboden staatssteun.

 
Bestelauto’s bleven na werktijd op bedrijfsterrein achterLoonbelasting

 

De bijtelling bij het loon voor het privégebruik van een auto van de zaak geldt niet alleen voor een personenauto, maar ook voor een bestelauto van de zaak. De wet gaat uit van de veronderstelling dat een auto die zakelijk ter beschikking staat, ook voor privégebruik ter beschikking staat. Het is vervolgens aan de werknemer om te bewijzen dat op jaarbasis niet meer dan 500 km privé wordt gereden met de auto. Zonder dat bewijs moet bijtelling plaatsvinden.

Voor een bestelauto, die buiten de werktijd niet gebruikt kan of mag worden, hoeft geen bijtelling plaats te vinden. Bewijs dat niet meer dan 500 km privé wordt gereden met de bestelauto hoeft in dat geval niet geleverd te worden. Het verbod moet schriftelijk zijn vastgelegd. De werkgever moet deze vastlegging bij de loonadministratie bewaren en toezicht houden op naleving van het verbod. Ten slotte moet de werkgever overtreding van het verbod op privégebruik bestraffen.

Hof Amsterdam negeerde in een procedure de stelling van een werkgever dat de bestelauto’s na werktijd niet door zijn werknemers konden worden gebruikt omdat de auto’s op het bedrijfsterrein achterbleven en de sleutels werden ingeleverd. Zonder op deze stelling in te gaan liet het hof de door de inspecteur opgelegde naheffingsaanslag voor de bijtelling van het privégebruik in stand. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Den Haag. Dat hof moet onderzoeken of de bestelauto's inderdaad op het bedrijfsterrein achterbleven en de sleutels werden ingeleverd. Als dat het geval is, heeft de inspecteur ten onrechte een naheffingsaanslag opgelegd.

 
Proefprocedure box 3Inkomstenbelasting

 

Volgens artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) bij het Europese Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) heeft iedereen recht op het ongestoord genot van zijn eigendom. Inbreuk op dat recht is toegestaan in het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen of boeten te verzekeren.

Inzet van een proefprocedure voor de rechtbank was of de forfaitaire rendementsheffing van box 3 voor het jaar 2013 in strijd is met artikel 1 EP EVRM. De reden daarvoor zou kunnen zijn dat het forfaitaire rendement te veel afwijkt van het reële en het nominale rendement op spaartegoeden.

De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat de forfaitaire rendementsheffing voor de jaren 2010 en 2011 niet in strijd is met artikel 1 EP EVRM. De rechtbank ziet geen aanleiding om voor het jaar 2013 anders te oordelen. De wetgever heeft geen onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van bezittingen. Volgens de rechtbank is het dan niet juist om bij de beoordeling van de box 3-regelgeving alleen te letten op het rendement van één soort bezitting. De wetgever heeft bij de vaststelling van het forfaitaire rendement op 4% gedacht aan het reële rendement op staatsobligaties. De rechtbank vindt de aangevoerde gegevens onvoldoende om te kunnen oordelen dat het voor een lange reeks van jaren veronderstelde haalbare rendement van 4% voor particuliere beleggers niet meer haalbaar is. Zelfs al zou ervan worden uitgegaan dat in 2013 voor het eerst sprake zou zijn geweest van de onhaalbaarheid van dat rendement, valt het binnen de ruime beoordelingsmarge van de wetgever om niet onmiddellijk de box 3-heffing te wijzigen.

 
Vaststellingsovereenkomst innovatieboxVennootschapsbelasting

 

De innovatiebox is een bijzondere regeling in de vennootschapsbelasting voor zelf ontwikkelde immateriële activa, waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven. De opbrengsten deze immateriële activa zijn per saldo belast tegen een laag tarief van 5%. Niet alle opbrengsten zijn zondermeer toe te rekenen aan de innovatiebox. Voor de bepaling daarvan wordt gebruikt gemaakt van verschillende toerekeningsmethoden. Om discussie over de omvang van de aan de innovatiebox toe te rekenen voordelen te voorkomen of te beëindigen, zijn veel belastingplichtigen met de Belastingdienst een vaststellingsovereenkomst aangegaan.

Deze vaststellingovereenkomsten bevatten een ontbindende voorwaarde die in werking treedt bij relevante wetswijzigingen. De in het Belastingplan 2017 opgenomen aanpassingen van de innovatiebox zijn aanleiding om vaststellingsovereenkomsten te ontbinden. Voor kleinere belastingplichtigen zal de innovatiebox in veel gevallen ook van toepassing zijn voor immateriële activa die na 30 juni 2016 zijn voortgebracht, mits aan de overige wettelijke vereisten wordt voldaan. De staatssecretaris van Financiën keurt goed dat de vaststellingsovereenkomsten van kleinere belastingplichtigen in boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2017 van kracht blijven. In de bijlage bij het besluit is een modelverklaring opgenomen, waarmee een belastingplichtige kan verklaren dat aan de voorwaarden wordt voldaan, waardoor de vaststellingsovereenkomst zijn geldigheid behoudt. Deze verklaring moet uiterlijk bij het indienen van de aangifte vennootschapsbelasting 2017 worden ingediend.

 
Aanpassing voorstel Wet uitfasering pensioen in eigen beheerVennootschapsbelasting

 

Net voor het moment waarop de Eerste Kamer zou stemmen over het wetsvoorstel Wet uitfasering pensioen in eigen beheer heeft de staatssecretaris van Financiën gevraagd de stemming uit te stellen. De reden daarvoor was de angst dat op het moment van afkoop of omzetting in een oudedagsverplichting van het pensioen de toegezegde toekomstige indexatie van de pensioenuitkeringen in één keer ten laste van de winst zou worden gebracht. Dat zou een budgettaire tegenvaller tot gevolg kunnen hebben.

Nader onderzoek leidt tot de conclusie dat het wetsvoorstel de aftrek van de lasten van de toekomstige indexatie op het moment van afkoop of omzetting uitsluit. De gevreesde budgettaire derving kan zich dus niet voordoen. De in het wetsvoorstel opgenomen aftrekbeperking wordt enigszins versoepeld. In de novelle wordt namelijk een voorwaardelijke mogelijkheid geboden om de lasten van toekomstige indexatie van de pensioenaanspraken in aftrek te brengen.

Indexatie van pensioenen
Pensioenaanspraken kunnen voor de pensioeningangsdatum worden verhoogd in verband met de stijging van lonen of prijzen. Ook na de pensioeningangsdatum kunnen pensioenen worden verhoogd in verband met de na de ingangsdatum gestegen lonen of prijzen. Bij de waardering van een in eigen beheer gehouden pensioenverplichting wordt geen rekening gehouden met toekomstige indexaties. De kosten en lasten die samenhangen met de indexatie zijn pas aftrekbaar wanneer de loon- of prijsontwikkeling zich voordoet. In een aantal gevallen is met toekomstige lasten van indexatie rekening gehouden door de vorming van een actiefpost op de balans. Vooruitlopend op de indexatie is de pensioenverplichting voor een hoger bedrag als passiefpost opgenomen. Normaal bestaat voor de vorming van een dergelijke actiefpost geen aanleiding. Voor de gevallen waarin die actiefpost al bestaat wordt de mogelijkheid van afwaardering ten laste van de winst getroffen.

Actiefpost toekomstige indexering
In de novelle wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie van fiscaal gefaciliteerde afkoop en van omzetting van de pensioenverplichting in een oudedagsverplichting. Bij afkoop mag de vrijval van geactiveerde kosten en lasten voor toekomstige indexatie in één keer ten laste van de winst worden gebracht. Bij omzetting in een oudedagsverplichting gebeurt dat in gelijke jaarlijkse delen. Het aantal delen is gelijk aan het verschil tussen 87 en de leeftijd op het omzettingstijdstip. De staatssecretaris rechtvaardigt het onderscheid tussen afkoop en omzetting door te wijzen op het verdwijnen van de administratieve verplichtingen bij afkoop. De staatssecretaris vindt het niet gewenst om een administratieve last in stand te houden voor de actiefpost voor de toekomstige indexatie.

Om te voorkomen dat anderen van deze regeling profiteren door de pensioenverplichting te verhogen en een corresponderende actiefpost voor de toekomstige indexatielasten op te nemen, geldt de in de novelle opgenomen tegemoetkoming alleen als de actiefpost al in een voor Prinsjesdag 2016 ingediende aangifte vennootschapsbelasting was opgenomen.

Novelle
Omdat wijzigingen worden aangebracht in een al door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel, heeft de staatssecretaris een novelle ingediend. Die moet eerst door de Tweede Kamer worden aangenomen voordat het gewijzigde wetsvoorstel door de Eerste Kamer behandeld kan worden. De invoering is daardoor vertraagd. Naar verwachting gaat het wetsvoorstel op zijn vroegst per 1 april 2017 in.

 
Verkopende aandeelhouder deed onvoldoende onderzoek naar koperInvordering

 

De Invorderingswet kent een aansprakelijkheid voor aandeelhouders van een bv of nv voor door de vennootschap verschuldigde vennootschapsbelasting na verkoop van de aandelen. Voor die aansprakelijkheid moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. Het aandelenbelang moet ten minste één derde gedeelte van het geplaatste kapitaal omvatten en de bezittingen van de bv moeten in belangrijke mate bestaan uit beleggingen. Verder moet het vermogen van de bv door andere oorzaken dan de normale bedrijfsvoering zijn verminderd in een periode van vijf jaar voor tot drie jaar na het jaar van de verkoop van de aandelen. De aansprakelijkheid betreft de vennootschapsbelasting die betrekking heeft op de ten tijde van de vervreemding van de aandelen aanwezige stille en fiscale reserves.

De aandeelhouder, die kan bewijzen dat het niet aan hem is te wijten dat het vermogen van de vennootschap ontoereikend is om de vennootschapsbelasting te betalen, is niet aansprakelijk. Om dat bewijs te kunnen leveren moet de verkopende aandeelhouder een gedegen onderzoek doen naar de financiële gegoedheid van de koper en ervoor zorgen dat de vennootschapsbelastingclaim kan worden betaald. Dat kan door een bankgarantie te vragen of door een bedrag te storten op de derdengeldrekening van de notaris die betrokken is bij de overdracht. In de praktijk gaat het op die punten nogal eens mis. Ter illustratie de volgende casus.

Ter onderbouwing van de stelling dat de vermogensvermindering van een verkochte bv niet aan haar te wijten was, verwees de verkopende aandeelhouder naar de onafhankelijke deskundigen die zij had geraadpleegd bij deze transactie. Er was onderzoek gedaan naar de koper. De akte van overdracht bevatte enkele garanties van de koper en de liquide middelen van de verkochte bv, in totaal € 847.000, waren op de derdengeldrekening van de notaris gestort. Het hof vond dit niet voldoende om de aansprakelijkheid op te heffen. De verkoper wist of had moeten weten dat de koper door buiten de normale bedrijfsvoering liggende handelingen verhaal door de ontvanger onmogelijk zou maken. Er was een afspraak gemaakt dat de helft van de liquide middelen van de bv aan de verkoper zou worden betaald en dus aan de bv zou worden onthouden. De financiële gegevens van de koper waren pas na de overdracht aan de verkoper verstrekt. Een goed beeld van de financiële situatie van de koper ontbrak ten tijde van de verkoop en de overdracht van de aandelen. Garanties ten behoeve van de ontvanger waren niet verstrekt. De kopende partij had in een notitie uiteengezet wat het doel was van de overname en hoe de constructie werkte. De verkoper had dat voorstel gevolgd zonder onderzoek te doen naar onderliggende contracten en financiële gegevens. De verkoper heeft haar zorgplicht als aandeelhouder van de bv verzaakt.

 
Aanpak belastingontduikingFormeel recht

 

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer een uiteenzetting gegeven van zijn plannen om belastingontduiking aan te pakken. Het gaat om maatregelen in internationaal verband en in nationaal verband.

Internationale maatregelen 
Een belangrijke maatregel tegen belastingontduiking in internationaal verband is de invoering van de common reporting standard. Meer dan honderd landen gaan volgens één internationale standaard inlichtingen uitwisselen over buitenlandse rekeninghouders. Het gaat om banksaldi, rentegegevens en dividenden. Nederland begint vanaf 2017 met het automatisch uitwisselen van inlichtingen volgens deze standaard.
De EU-lidstaten hebben afgesproken dat zij een centraal register van uiteindelijk belanghebbenden zullen instellen. De lidstaten zijn verplicht om belastingdiensten toegang te verlenen tot de informatie in dat register en tot informatie die door financiële instellingen wordt verzameld in het kader van het cliëntenonderzoek.

Nationale maatregelen
De staatssecretaris stelt de volgende maatregelen op nationaal niveau voor.
1. Afschaffen van de inkeerregeling.
2. Aanpakken van aandelen aan toonder.
3. Aanpassen verschoningsrecht.
4. Openbaarmaking van vergrijpboeten aan deelnemers.
5. Constructiebestrijding in de invordering.

Inkeerregeling
De inkeerregeling geeft zwartspaarders de mogelijkheid om verzwegen vermogen alsnog aan te geven. Doen zij dat binnen twee jaar, dan wordt geen vergrijpboete opgelegd. Na twee jaar bedraagt de vergrijpboete 120% van de verschuldigde belasting. Mede vanwege de toegenomen internationale gegevensuitwisseling is de kans dat de Belastingdienst verzwegen vermogen op het spoor komt groter geworden. De staatssecretaris ziet daarin aanleiding om de inkeerregeling af te schaffen. Dat betekent dat ook bij het binnen twee jaar alsnog doen van een juiste aangifte of het alsnog verstrekken van informatie het normale boeteregime wordt toegepast. Het alsnog verstrekken van juiste en volledige inlichtingen blijft wel gelden als een strafverminderende omstandigheid.

Toonderaandelen
NV’s kunnen aandelen aan toonder uitgeven. Deze aandelen zijn niet op naam geregistreerd en zijn vrij verhandelbaar. Omdat aandeelhouders anoniem kunnen blijven kan dat leiden tot misbruik, belastingontduiking en witwassen.
Om mogelijk misbruik te voorkomen wil het kabinet dat toonderaandelen alleen in girale vorm kunnen bestaan. Net zoals voor beursgenoteerde toonderaandelen geldt, wordt inbewaargeving verplicht. Het Burgerlijk Wetboek zal worden gewijzigd zodat toonderaandelen uitsluitend nog giraal kunnen worden geleverd. Het kabinet wil binnenkort een concept wetsvoorstel voor internetconsultatie aanbieden.

Verschoningsrecht
Notarissen en advocaten hebben een wettelijk fiscaal verschoningsrecht. Zij hoeven daardoor niet te voldoen aan de informatieverplichtingen die betrekking hebben op de belastingheffing van derden. Daardoor kan het voorkomen dat fiscaal relevante feiten en transacties aan het oog van de Belastingdienst worden onttrokken. De staatssecretaris wil het verschoningsrecht voor notarissen en advocaten beperken tot bepaalde juridische werkzaamheden. Het is de bedoeling om een voorstel tot aanpassing van het fiscale verschoningsrecht nog dit jaar in consultatie te brengen.

Openbaarmaking vergrijpboeten
De staatssecretaris stelt voor om opgelegde vergrijpboetes aan juridische beroepsbeoefenaren openbaar te maken. Daarmee wil hij duidelijk maken dat het adviseren over en het invoeren van onaanvaardbare fiscale constructies niet wordt geaccepteerd. De maatregel moet de belastingplichtige helpen bij zijn keuze voor een advocaat, notaris of belastingadviseur.

Invordering
Het invorderingsrecht legt aan de Belastingdienst een aantal beperkingen op. Daarvan wordt geregeld misbruik gemaakt, waardoor de verschuldigde belasting niet kan worden geïnd. De staatssecretaris stelt drie maatregelen voor om dergelijk misbruik aan te pakken. Het gaat om een verruiming van de mogelijkheden voor de Belastingdienst tot aansprakelijkstelling en om het wegnemen van formele beperkingen waar de Belastingdienst bij de invordering tegenaan loopt.
De verruiming van de mogelijkheid tot aansprakelijkheidstelling betreft personen aan wie vermogen is geschonken of uitgedeeld. De aansprakelijkheid van erfgenamen moet worden uitgebreid met het bedrag van de schenkingen die de erflater aan hen heeft gedaan in de 180 dagen voor zijn overlijden. Verder wil de staatssecretaris dat alle begunstigden van een schenking of uitdeling uit het vermogen van een belastingschuldige, waardoor de Belastingdienst benadeeld wordt in zijn verhaalsmogelijkheden, aansprakelijk zijn tot het ontvangen bedrag.

De staatssecretaris wil de verplichte heropening van de vereffening van een ontbonden rechtspersoon afschaffen. Dat zou moeten gebeuren door de Belastingdienst voortaan een belastingaanslag van een vermoedelijk ontbonden rechtspersoon via een openbare aankondiging bekend te laten maken. Voor een aansprakelijkstelling volstaat een dergelijke openbare aankondiging.

De staatssecretaris wil de bestaande informatieplicht voor aansprakelijkgestelden uitbreiden naar potentieel aansprakelijken. Dat zijn personen die volgens de wet aansprakelijk zijn, maar die nog niet formeel aansprakelijk zijn gesteld. Het is de bedoeling dat deze invorderingsmaatregelen in 2017 ter consultatie worden voorgelegd.

 

Hopelijk heeft u de opgenomen artikelen als interessant en nuttig ervaren.

Twitter:
Wilt u op de hoogte blijven van actueel fiscaal nieuws? Volg ons op Twitter via @RemmerswaalInfo en mis geen belangrijk nieuws. Ook interesse voor nieuws van onze loonadviseurs volg dan ons op Twitter via @RemmerswaalLoon. Maar u kunt ons natuurlijk ook volgen via Facebook en Google+.

 



Met vriendelijke groet,

Remmerswaal Accountants & Adviseurs

U ontvangt deze e-mail van Remmerswaal Accountants & Adviseurs
Wilt u liever geen e-mail meer ontvangen op dit e-mailadres, klik dan hier om u af te melden.
www.remmerswaal.nlinfo@remmerswaal.nl