Van: "Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <info@remmerswaal.nl>
Aan: "Jan Scherpenisse - Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <scherpenisse@remmerswaal.nl>
Datum: 14-01-16 18:46:11
Onderwerp: Nieuwsbrief Remmerswaal Accountants & Adviseurs - 2016-01-14

Remmerswaal
donderdag, 14 januari 2016
Geachte relatie,

Met deze mail ontvangt u een nieuwe uitgave van onze digitale nieuwsbrief, de editie van de maand januari.

Wij willen u hiermee informeren over mogelijk voor u van belang zijnde actualiteiten en ontwikkelingen. Mocht u meer informatie over een of meerdere onderwerpen willen ontvangen en/of een vraag over een specifiek artikel hebben, dan kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met uw Remmerswaal-adviseur. U kunt nog meer nieuwsitems vinden op onze site www.remmerswaal.nl. Daar treft u ook algemene informatie over onze organisatie aan.

Wij wensen u veel leesplezier.

Deze nieuwsbrief bevat de volgende items:


Remmerswaal Accountants & Adviseurs 60 jaar!
Eerste Kamer neemt wetsvoorstellen Belastingplan 2016 aan
Werkkostenregeling 2016
Investeringsaftrek 2016
Aanpassingen Belastingplan 2016
Tarieven en heffingskortingen 2016
Voortgang aanpassingen pensioen in eigen beheer
Vaststelling premiepercentages en premieloon 2016
Wettelijk minimumloon per 1 januari 2016
Doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd
 
Remmerswaal Accountants & Adviseurs 60 jaar!Kantoornieuws

 Remmerswaal Accountants & Adviseurs is geen eendagsvlieg. Het bedrijf is opgericht in 1956 en is inmiddels uitgegroeid tot een professionele organisatie met 5 vestigingen. U vindt ons in West-Brabant en op het Zeeuwse eiland Tholen. Dit jaar bestaan we dus op de kop af 60 jaar en al die tijd willen wij staan voor kwaliteit, betrouwbaarheid en een organisatie met korte lijnen.

Meer informatie over onze organisatie kunt u vinden op onze site www.remmerswaal.nl.

 
Eerste Kamer neemt wetsvoorstellen Belastingplan 2016 aanMiljoenennota

De Eerste Kamer heeft de wetsvoorstellen Belastingplan 2016, inclusief de novelle, aangenomen. Dat betekent dat de lastenverlichting van € 5 miljard kan worden doorgevoerd. Bij de stemming over de wetsvoorstellen is ook gestemd over drie ingediende moties. De eerste motie betreft een oproep aan de regering om met alternatieven voor de huidige box-3 regeling te komen. Deze motie is verworpen. De tweede motie betreft een verzoek om de verhoging van de ouderenkorting in de inkomstenbelasting met € 222 structureel te maken. Deze motie is aangenomen. De derde motie betreffende het gebruik van actuelere gegevens in de modellen van het Centraal Planbureau die worden gebruikt voor arbeidsmarktstudies en de berekening van werkgelegenheidseffecten is aangehouden.

 
Werkkostenregeling 2016Loonbelasting

 

In de werkkostenregeling zijn voor 2016 de volgende zaken van belang:

De vrije ruimte voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers bedraagt 1,2% (2015: 1,2%) van de fiscale loonsom. Voor een maaltijd in een bedrijfskantine geldt als normbedrag € 3,25 (2015: € 3,20) per maaltijd. Voor huisvesting en inwoning geldt als normbedrag € 5,45 (2015: € 5,40) per dag.

Aanpassing gebruikelijkheidscriterium
De werkgever kan vergoedingen en verstrekkingen als eindheffingsbestanddeel aanwijzen. Deze bevoegdheid wordt beperkt door het gebruikelijkheidscriterium. Dat criterium houdt in dat niet alleen de omvang van de aangewezen vergoedingen en verstrekkingen niet in belangrijke mate groter mag zijn dan gebruikelijk is, maar dat ook het aanwijzen van een vergoeding of verstrekking als eindheffingsbestanddeel op zichzelf niet ongebruikelijk mag zijn.

Om te kunnen beoordelen of iets gebruikelijk is, kan een vergelijking worden gemaakt met andere werknemers van de werkgever. Als een werkgever vrijwel de volledige vrije ruimte gebruikt voor een of enkele werknemers is dat ongebruikelijk. Daarnaast kan een werknemer worden vergeleken met andere werknemers in dezelfde functiecategorie. Bij verschillen zal de werkgever daar een verklaring voor moeten kunnen geven. Ook kan een vergelijking met andere werkgevers in dezelfde sector worden gemaakt. Als vergelijken met een andere werkgever niet mogelijk is, wordt de aanwijzing als eindheffingsloon naar redelijkheid beoordeeld.

Afschaffen nihilwaardering rentevoordeel personeelslening eigen woning
Met ingang van 1 januari 2016 is de nihilwaardering voor het rentevoordeel op een personeelslening voor de eigen woning vervallen. Het rentevoordeel vormt daardoor belast loon voor de werknemer.

 
Investeringsaftrek 2016Ondernemingswinst

 

De regeling van de investeringsaftrek is bedoeld om de investeringen door ondernemers in bedrijfsmiddelen te bevorderen. Er zijn drie vormen van investeringsaftrek: kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), energie-investeringsaftrek (EIA) en milieu-investeringsaftrek (MIA). De bedragen voor 2016 zijn als volgt.

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA)
Voor investeringen in bedrijfsmiddelen kan KIA worden genoten indien het investeringsbedrag ligt tussen € 2.300 (2015: idem) en € 311.242 (2015: € 309.693). Er geldt een minimuminvesteringsbedrag per bedrijfsmiddel van € 450. De maximale KIA bedraagt € 15.687. Dit bedrag wordt bereikt bij een investeringsbedrag tussen € 55.754 en € 103.748. Geen KIA wordt verleend over investeringen in onder andere woonhuizen, verhuurde roerende en onroerende zaken, personenauto’s, goodwill, concessies en vergunningen.

Energie-investeringsaftrek (EIA)
De tarieven van de EIA voor investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen zijn niet gewijzigd. De lijst met bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor EIA is wel aangepast. De EIA bedraagt 58,0% (2015: 41,5%) van het investeringsbedrag. Het maximale investeringsbedrag waarover aftrek wordt verleend bedraagt € 120 miljoen (2015: € 119 miljoen). Voor het recht op EIA moet het investeringsbedrag per bedrijfsmiddel ten minste € 2.500 (2015: idem) bedragen.

Milieu-investeringsaftrek (MIA)
De tarieven van de MIA voor investeringen in bedrijfsmiddelen die zijn aangewezen als milieu-investeringen zijn niet gewijzigd. De lijst met bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor MIA is wel aangepast. De MIA bedraagt:
- voor investeringen in categorie I 36%;
- voor investeringen in categorie II 27%;
- voor investeringen in categorie III 13,5%.

Er geldt een minimuminvesteringsbedrag per bedrijfsmiddel van € 2.500. Er geldt een maximumbedrag van € 25 miljoen waarover MIA wordt verleend.

Vamil
In aanvulling op de MIA geldt voor milieu-investeringen de Vamilregeling. Die regeling staat vervroegde afschrijving toe op milieu-investeringen tot 75% van de aanschafwaarde. De resterende 25% moet regulier worden afgeschreven.

Een overzicht van de voor EIA en MIA/Vamil kwalificerende bedrijfsmiddelen is te vinden op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland: http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/milieulijst-en-energielijst/huidig-jaar/2016

 
Aanpassingen Belastingplan 2016Inkomstenbelasting

 

In een poging om het wetsvoorstel Belastingplan 2016 ook door de Eerste Kamer te loodsen heeft de staatssecretaris van Financiën een zogenaamde novelle ingediend bij de Tweede Kamer. De novelle is een aanpassing van een reeds aangenomen wetsvoorstel. De novelle bevat de volgende aanpassingen op het Belastingplan 2016.

Arbeidskorting
De arbeidskorting neemt na het bereiken van het maximum af met het stijgen van het inkomen. Met ingang van 2017 wordt deze zogenaamde afbouw van de arbeidskorting vertraagd. Dat leidt voor een grote groep werkenden tot lagere lasten.

Ouderenkorting
Vanaf 2017 komt er € 100 miljoen extra beschikbaar voor de ouderenkorting, bovenop het eerder al beschikbaar gestelde extra budget van € 100 miljoen voor de ouderenkorting.

Box 3
In 2016 wordt het heffingvrije vermogen voor box 3 met € 3.000 verhoogd. Na indexatie bedraagt het heffingvrije vermogen in 2016 € 24.437. Met deze stap wordt vooruitgelopen op de voorgenomen wijziging van box 3 in 2017. Gevolg van de verhoging is dat in 2016 215.000 extra belastingplichtigen geen belasting meer betalen in box 3.

Dekking
De hiervoor genoemde maatregelen worden bekostigd door een verhoging van de tarieven in de tweede en de derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt dit tarief 40,4%.

Aanvullende maatregelen
Het kabinet heeft daarnaast nog een aantal aanvullende maatregelen aangekondigd.

Investering duurzaamheid gebouwde omgeving
In 2016 komt een extra bedrag van € 100 miljoen beschikbaar om huiseigenaren te stimuleren energiebesparende maatregelen te nemen.

Kolencentrales
Het kabinet komt nog voor het kerstreces van de Eerste Kamer met een brief over het stilleggen en vervangen van de Nederlandse kolencentrales. Uitgangspunt is dat op termijn alle elektriciteit op andere wijze dan via kolencentrales wordt opgewekt.

Kinderopvangtoeslag
Met ingang van 2017 komt er voor de kinderopvangtoeslag jaarlijks € 100 miljoen extra beschikbaar.

Verruiming gemeentelijk belastinggebied
Het kabinet kondigt ten slotte aan dat het nog voor de zomer van 2016 komt met plannen om een deel van de belastingheffing te verschuiven van de inkomstenbelasting naar de gemeentelijke belastingen. Die plannen moeten leiden tot een wetsvoorstel dat in 2019 in werking zal treden en zal zorgen voor een verschuiving van € 4 miljard. Het is niet de bedoeling dat de totale lastendruk omhoog gaat door deze plannen.

Het Belastingplan 2016 is inmiddels, inclusief de novelle, aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer.

 
Tarieven en heffingskortingen 2016Inkomstenbelasting

 

Met ingang van 1 januari 2016 gelden de volgende tarieven en heffingskortingen in de inkomstenbelasting.

Tarieven box 1
Het tarief in de eerste schijf bedraagt 8,40% (2015: 8,35%). Het tarief in de tweede schijf bedraagt 12,25% (2015: 13,85%). Inclusief 28,15% (2015: idem) premies volksverzekeringen is het tarief in de eerste schijf 36,55% (2015: 36,5%) en in de tweede schijf 40,4% (2015: 42%). Vanaf de derde schijf worden geen premies volksverzekeringen geheven. Het tarief in derde schijf bedraagt 40,4% (2015: 42%). In de vierde schijf is het tarief 52% (2015:idem).

Voor mensen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt geldt in de eerste twee schijven een lager percentage premies volksverzekeringen van 10,25% (2015: idem). Dit komt omdat zij geen AOW-premie hoeven te betalen.

Tarief box 2
Het reguliere tarief in box 2 bedraagt 25%.

Tarief box 3
Ondanks de lage rendementen op spaar- en beleggingstegoeden is het tarief in box 3 onveranderd 30% over een fictief behaald rendement van 4% (effectief tarief 1,2% van de waarde).

Heffingskortingen
De maximale algemene heffingskorting bedraagt € 2.242 (2015: € 2.203). Vanaf een inkomen van € 19.922 (2015: € 19.822) daalt de algemene heffingskorting met 4,822% (2015: 2,32%) tot nihil (2015: € 1.342). Voor mensen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt daalde de algemene heffingskorting in 2015 tot € 685.

De maximale arbeidskorting bedraagt € 3.103 (2015: € 2.220). Vanaf een inkomen van € 34.015 (2015: € 49.770) daalt de arbeidskorting met 4% (2015: idem) tot nihil (2015: € 184). Voor mensen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt daalde de arbeidskorting in 2015 tot € 94.

De maximale werkbonus bedraagt € 1.119 (2015: idem). De minimale leeftijd voor de werkbonus is verhoogd van 61 naar 62 jaar.

De inkomensafhankelijke combinatiekorting bedraagt minimaal € 1.039 (2015: € 1.033) en loopt vanaf een arbeidsinkomen van € 4.881 (2015: € 4.857) met 6,159% (2015: 4%) op tot maximaal € 2.769 (2015: € 2.152).

De tijdelijke heffingskorting voor VUT en prepensioen is vervallen. In 2015 bedroeg deze 0,33% van de uitkeringen met een maximum van € 61.

De levensloopverlofkorting is maximaal € 209 (2015: € 207) voor ieder jaar waarin bedragen zijn gestort in de levensloopregeling.

De jonggehandicaptenkorting bedraagt € 719 (2015: € 715).

De ouderenkorting bedraagt € 1.187 (2015: € 1.042).

 
Voortgang aanpassingen pensioen in eigen beheerVennootschapsbelasting

 

De pensioenregeling van een werknemer moet zijn ondergebracht bij een pensioenfonds of bij een levensverzekeringsmaatschappij. Anders dan voor reguliere werknemers bestaat voor een dga daarnaast de mogelijkheid om zijn pensioenvoorziening door de BV in eigen beheer te laten opbouwen. Over opbouw van pensioen in eigen beheer is veel te doen. Door steeds strengere voorschriften is de vorming van een pensioen in eigen beheer niet echt interessant meer voor de dga. De vraag is hoe het nu verder moet. De staatssecretaris van Financiën heeft over dat onderwerp al eerder brieven naar de Tweede Kamer gestuurd. Na zijn laatste brief, waarin de staatssecretaris een voorkeur heeft uitgesproken voor het oudedagssparen in eigen beheer, is de vraag of het niet verstandiger is om het pensioen in eigen beheer af te schaffen zonder dat er een andere vorm van oudedagsvoorziening in eigen beheer voor in de plaats komt.

Deze afschaffingsvariant is door de staatssecretaris uitgewerkt. Een groot voordeel van afschaffing van de pensioenopbouw in eigen beheer is de vereenvoudiging van regelgeving en de uitvoering daarvan. De gedachte is om het afschaffen van de mogelijkheid om een oudedagsvoorziening in eigen beheer te vormen te combineren met een tijdelijke maatregel die afkoop van de bestaande voorziening mogelijk maakt. Uitgangspunt is een fiscaal geruisloze verlaging van de pensioenvoorziening tot het niveau van de waarde op de fiscale balans van de BV. Daarna kan het pensioen worden afgekocht voor die waarde. Bij deze afkoop wordt loonheffing geheven over 80% van de afkoopsom en wordt geen revisierente berekend. De voorkeur van de staatssecretaris gaat uit naar een eenmalige afkoopmogelijkheid, die bijvoorbeeld alleen in het jaar 2017 geldt. Wanneer de dga niet kiest voor deze afkoopmogelijkheid blijft de pensioenaanspraak gewoon in stand. Uiteraard kan over nieuwe dienstjaren geen pensioen in eigen beheer worden opgebouwd. De staatssecretaris ziet niets in een combinatie van oudedagssparen in eigen beheer en een gefaciliteerde afkoopmogelijkheid voor de bestaande pensioenvoorziening in eigen beheer.

Volgens de staatssecretaris is het mogelijk om een nieuwe regeling per 1 januari 2017 in te laten gaan als de uiteindelijke keuze voor het krokusreces van 2016 is gemaakt.

 
Vaststelling premiepercentages en premieloon 2016Sociale verzekeringen

 

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de premiepercentages en het maximumpremieloon voor de werknemers- en de volksverzekeringen en de opslag voor de kinderopvangtoeslag voor 2016 vastgesteld.

Naam PercentageBedrag
AOW-premie17,90
Anw-premie0,60
Opslag kinderopvangtoeslag0,50
Awf-premie2,44
Vervangende premie sectorfondsen2,16
Ufo-premie0,78
Aof-basispremie5,88
Maximum premieloon
- per jaar€ 52.763
- per maand€ 4.396,91
- per vier weken€ 4.058,69
- per week€ 1.014,67
- per dag€ 202,93

 

 
Wettelijk minimumloon per 1 januari 2016Sociale verzekeringen

 

Het wettelijk minimumloon wordt halfjaarlijks aangepast aan de algemene welvaartsontwikkeling. Per 1 januari 2016 gelden de volgende bedragen voor het wettelijk minimumloon en de daarvan afgeleide wettelijke minimumjeugdlonen.

Bedragen bruto minimumloon

 Leeftijd Per maand Per week Per dag
 23 jaar en ouder € 1.524,60 € 351,85 € 70,37
 22 jaar € 1.295,90 € 299,05 € 59,81
 21 jaar € 1.105,35 € 255,10 € 51,02
 20 jaar € 937,65 € 216,40 € 43,28
 19 jaar € 800,40 € 184,70 € 36,94
 18 jaar € 693,70 € 160,10 € 32,02
 17 jaar € 602,20 € 139,00 € 27,80
 16 jaar € 526,00 € 121,40 € 24,28
 15 jaar € 457,40 € 105,55 € 21,11

 De bedragen van het minimumloon gelden voor een volledige werkweek.

Let op! Met ingang van 1 januari 2016 moet voor iedere werknemer het deel van het loon dat gelijk is aan het wettelijk minimumloon giraal worden betaald. Contante betaling is alleen toegestaan voor het meerdere loon van een werknemer.

 
Doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijdCiviel recht

 

Een nieuwe wet moet een aantal arbeidsrechtelijke belemmeringen voor het doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd wegnemen. Om het risico van verdringing op de arbeidsmarkt te beperken is het Ontslagbesluit aangepast. Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen moet een werkgever eerst AOW-gerechtigde werknemers ontslaan en pas daarna andere werknemers die voor ontslag in aanmerking komen. In de Wet werk en zekerheid is geregeld dat een werkgever de arbeidsovereenkomst bij of na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zonder tussenkomst van UWV of rechter kan opzeggen.

Voor werknemers die na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd in dienst zijn genomen gelden de normale regels voor opzegging of ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werkgever hoeft geen transitievergoeding te betalen als een arbeidsovereenkomst bij of na de pensioengerechtigde leeftijd eindigt. De wet bevat de volgende maatregelen:

  1. De loondoorbetalingsplicht, de re-integratieverplichtingen van de werkgever en het opzegverbod bij ziekte voor AOW-gerechtigde werknemers zijn beperkt tot zes weken.
  2. AOW-gerechtigden in dienstbetrekking of van wie de arbeidsovereenkomst eindigt op of na de eerste dag van arbeidsongeschiktheid tot werken hebben recht op een ZW-uitkering van maximaal zes weken. Het ziekengeld wordt verhaald op de werkgever omdat voor deze categorie werknemers geen premies werknemersverzekeringen betaald hoeven te worden.
  3. De opzegtermijn voor een AOW-gerechtigde werknemer bedraagt een maand, ongeacht de lengte van het dienstverband.
  4. De ketenbepaling voor AOW-gerechtigde werknemers is aangepast, waardoor bij cao kan worden bepaald dat ten hoogste na zes contracten of na 48 maanden een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Ook kan worden bepaald dat bij deze beoordeling alleen arbeidsovereenkomsten in aanmerking worden genomen die zijn aangegaan na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
  5. De Wet Minimumloon en Minimumvakantietoeslag is ook van toepassing op AOW-gerechtigden.
  6. De Wet Aanpassing Arbeidstijden geldt niet voor AOW-gerechtigde werknemers. De werkgever van een AOW-gerechtigde is daardoor niet verplicht in te gaan op een verzoek om uitbreiding of vermindering van het aantal te werken uren.

 

Hopelijk heeft u de opgenomen artikelen als interessant en nuttig ervaren.


Met vriendelijke groet,

Remmerswaal Accountants & Adviseurs

U ontvangt deze e-mail van Remmerswaal Accountants & Adviseurs
Wilt u liever geen e-mail meer ontvangen op dit e-mailadres, klik dan hier om u af te melden.
www.remmerswaal.nlinfo@remmerswaal.nl